Preek 10 november door Ton Zwart 32b 2024
Wat is ware vroomheid? Wat is echt en wat is niet echt?
Om met het niet echte te beginnen. De Schriftgeleerden worden er in het evangelie van vandaag van beschuldigd. Ze lopen graag in lange gewaden rond, laten zich groeten op de markt en zijn belust op de voornaamste zetels in de synagogen en de ereplaatsen bij maaltijden. Ze voelen zich duidelijk heel voornaam en eisen voorrechten voor zich op. Tegelijk maken ze misbruik van hun bevoorrechte positie door weduwen van hun huizen te beroven. En maar lange gebeden opzeggen! Jezus toont geen meelij met ze. Juist omdat ze leiders zijn, zullen ze zwaarder gestraft worden.
De ware vroomheid ligt bij de weduwen, bij de weduwe van Sarefat in de eerste lezing die haar laatste beetje meel en olie bereid is met Elia te delen. En bij de weduwe in het evangelie die twee penningen ter waarde van een cent in de offerkist werpt, terwijl ze iedere cent nodig heeft voor haar eigen levensonderhoud. De twee arme vrouwen begrijpen beter dan de Schriftgeleerden dat er een werkelijkheid is groter dan henzelf, aan wie ze dienstbaar willen zijn.
De weduwe in het evangelie. Twee dingen vallen me op in het verhaal. Allereerst dat Jezus niet kijkt met de ogen van een bouwpastoor die een kerk moet neerzetten of restaureren. Dan stelt twee penningen ter waarde van een cent niets voor. Misschien dat de bouwpastoor er een spijker voor kan kopen, maar dat schiet niet op. Nee, Jezus kijkt met heel andere ogen. Hij kijkt naar de situatie van de weduwe. Hij bekijkt haar gift vanuit haar armoede en hij ziet en prijst de weduwe omdat ze desondanks weet te delen. In feite geeft ze meer dan ieder ander!
Een tweede opvallend iets, vind ik, dat ware vroomheid blijkbaar met geld te maken heeft, hoe wij met geld omgaan. Het is meestal niet het eerste waaraan we denken, als vroomheid ter sprake komt. Dan denken we aan bidden of mediteren, aan kerken en kaarsen, aan vieringen en religieuze zang, aan alles wat met de dienst aan God te maken heeft. Geld, als we het al met vroomheid associëren, komt op de tweede plaats, niet zo prominent als in ons evangelieverhaal. Blijkbaar behoort delen tot de kern van het christendom.
Vandaag vieren we Willibrordzondag. We gedenken de heilige Willibrord, de patroon van de Nederlandse Kerkprovincie. Een groot missionaris in onze streken, die leefde in de 7de en 8ste eeuw. In zijn levensbeschrijving wordt benadrukt dat hij huis en haard verlaten heeft om het evangelie te verkondigen. Hij trok rond. Comfortabel reizen was er in die dagen nog niet bij. Hij leidde een leven vol ongemak en gevaren, maar dat had hij er graag voor over. Jezus was zijn Heer en Redder en dat gold, naar zijn overtuiging, voor iedereen.
Sinds de tijd van Willibrord is er veel gebeurd in onze streken. We hebben onze op- en neergang gekend. Op het moment verkeren we in een neergangsituatie, misschien wel de ergste uit onze lange geschiedenis. Hoe daaruit te komen? Misschien kan de geschiedenis ons daarbij helpen. Ik bedoel de spiritualiteitsbeweging van de Moderne Devotie, die bloeide in de 14de en 15de eeuw. De grote gangmaker was Geert Grote en het bekendste werk van de beweging was de Navolging van Christus, geschreven door Thomas a Kempis. Er is pas nog, afgelopen september, een nieuwe vertaling van het boekje verschenen. Misschien wint het weer aan populariteit, want daaraan ontbrak het de laatste 50-60 jaar. Het boekje werd als wereldvreemd gezien. Sterker nog, je moest de wereld verzaken, die boze wereld de rug toekeren om bij God te komen en zijn rijk binnen te gaan. Het boekje werd vooral gezien als een zedenleer, wat je moet doen en vooral wat je niet moet doen. Het kwam daarom benauwend over, niet bevrijdend maar verdrukkend. Daar komt hopelijk met de nieuwe vertaling nu verandering in. Je kunt het boekje ook lezen als een mystiek werkje dat de weg wijst naar de vereniging met God en daardoor naar het ultieme geluk. Dan geen afknotting en benauwenis, maar juist lucht en openheid.
Zelf maak ik graag het onderscheid tussen wereld en wereldheids. De wereld is deze aarde en deze planeet, waar we thuishoren en zorg voor moeten dragen. Als we goed voor de aarde zorgen, zorgt de aarde ook goed voor ons. Wereldheids is heel wat anders. Het is geen houding van zorgzaamheid maar van hebzucht, geen houding van delen maar binnenhalen. Hier komen de twee weduwen weer tevoorschijn. Zij waren zelfs bereid hun eigen levensonderhoud op het spel te zetten om Gods zaak te dienen, zijn heerschappij tot zíjn recht te laten komen. Dat is pas ware vroomheid.
Amen.