Preek 22 september 2024

Tilburg – Notre Dame 22 september 2024 / 25ste zondag door het jaar: Thema “Dienaar van allen”,
lezingen: Wijsheid 2, 12.17-20; Jakobus 3,16-4,3 thema, evangelie: Marcus 9, 30-37.

Inleiding
Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Na de troonrede van de koning is ook de miljoenennota overhandigd. Er ligt nu een plan op tafel. We weten nu wat de prioriteiten zijn van de huidige regering. We hopen maar dat er een goed uitgewerkt program zal zijn, waar iedereen in Nederland wat aan heeft. De uitvoering ervan ligt in handen van de ministers. Zij zijn verantwoordelijk voor een goed beleid. ‘Minister’ zijn betekent letterlijk ‘dienaar zijn’. Daarom moeten we kritisch durven vragen: Waar gaat het eigenlijk om? Willen ze echt ten dienste van anderen staan òf is deze functie vooral een erebaan, waarmee je dan privileges en macht over anderen krijgt? De leerlingen van Jezus hadden onderweg een woordenwisseling gehad over wie van hen de grootste, de voornaamste was wanneer Jezus niet meer bij hen zou zijn. Toen ze thuis waren en Jezus vroeg waarover ze onderweg gesproken hadden, gaven ze geen antwoord. Daarom zei Jezus, die het al wel wist, tot hen: ”Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen en de dienaar van allen”. Het thema is van deze viering is dan ook ‘dienaar van allen’. En….wat is onze levenshouding?

Homilie door Antoon Egging
U weet dat er niet zoveel nieuws onder de zon is wanneer het gaat over menselijke gedragingen. Vaak herkennen we er wel een vast patroon in. Mensen die een hoge maatschappelijke positie bekleden of zij, die ‘goed in de slappe was zitten’, schatten zichzelf makkelijk te hoog in, alsof alles dank zij een eigen verdienste is en ze voelen dan niet de inspanning van degenen die maar moeilijk rond kunnen komen. Ze kunnen zich meer vrijheden veroorloven dan de gewone man of menen soms ook meer rechten te hebben. We kennen in dit verband de uitdrukking “geld maakt macht”. Geld kan ook gebruikt worden als een smeermiddel om mensen aan je te binden d.w.z. mensen van je afhankelijk te maken en/of in het slechtste geval hen voor eigen gewin gebruiken. Ook door te veel onderscheid te maken tussen hoger en lager opgeleiden kan een scheve, ongelijke leefsituatie ontstaan die onrust te weeg brengt. Gelukkig leven we in Nederland nog zonder oorlog of onderlinge strijd. We zijn weliswaar niet in alles eensgezind en even behulpzaam, maar we geven elkaar toch nog wel voldoende ruimte om in vrede samen te leven. We leven in een democratie en hier heerst niet de macht van de sterkste. We weten dat in de natuur en zeker in de dierenwereld wèl het recht van de sterkste belangrijk is. Fysiek sterk zijn biedt overlevingskansen. De sterkste wordt de baas, de leider van de groep. Maar zo’n leider zal voortdurend op zijn hoede moeten zijn voor gevaarlijke concurrentie en mag beslist niet zwak lijken, want anders verliest hij zijn plaats aan een nog sterkere. Zich doen gelden, heersen over een ander, zit kennelijk in heel de natuur verankerd. Ook in onze samenleving, zien we daar wel iets van terug. Er zijn altijd mensen die graag naar meer macht streven, de aandacht naar zichzelf toetrekken en een ereplaatsje voor zichzelf willen waarborgen. Zo’n houding staat niet garant voor een gelukkig leven als mens. Maar wat is wèl een goede levenshouding? Als gelovige zoeken we naar een antwoord in de Bijbelse teksten van vandaag.
Dienaar van allen zijn, samenwerken en jezelf niet boven anderen plaatsen. Ja, anderen dienstbaar willen zijn, dàt is de rode draad in de lezingen en het evangelie van vandaag. Als gelovige zal ik me zeker moeten afvragen hoe ik een goed mens kan zijn. Het is belangrijk oog te hebben voor geestelijke waarden. In de eerste lezing uit het boek der Wijsheid worden we hier al met onze neus op gedrukt, want het geloof van de vrome wordt op de proef gesteld; wat is het antwoord van de gelovige op de uitlatingen van ongelovigen? Waarom zijn geestelijke waarden belangrijker dan het streven naar macht en aanzien? Laten we nog eens goed luisteren naar datgene wat Jakobus ons hierover te zeggen heeft. Jakobus noemt die waarden in zijn brief: ‘wijsheid van omhoog’. En hij verwoordt het als volgt: ‘die wijsheid van omhoog is zuiver, vredelievend, vriendelijk, voor rede vatbaar en barmhartig, draagt vruchten van goede daden, is onpartijdig en oprecht. Gerechtigheid is een vrucht van vrede en wie de vrede nastreeft zal haar oogsten’. Jakobus waarschuwt ons en schudt ons geweten wakker. Iedere mens heeft immers zijn zwakheden ‘Waar naijver en eerzucht heerst, daar treft men ook onrust aan en allerlei minderwaardige praktijken’. ‘Waar komen vechtpartijen en ruzies vandaan?’ schrijft hij. Jakobus stelt een retorische vraag en die beantwoordt hij zelf: ‘Dat zijn toch alleen van uw eigen hartstochten die u niet met rust laten?! Gij begeert dingen die gij niet kunt krijgen’. Waar we ons beter druk om kunnen maken is wat we kunnen doen namelijk ‘aandacht aan anderen besteden, meevoelen en helpende hand bieden’. Kortom goed zijn voor elkaar en vooral de zwakkeren ter zijde staan. Tijdens het onderricht luisteren de apostelen wel naar Jezus. Maar ze begrijpen niet alles…wat bedoelt hij bijvoorbeeld met ‘de Mensenzoon zal worden overgeleverd aan mensen die hem zullen doden, maar dat hij drie dagen na zijn dood weer zal opstaan?’! Voor hen is wel duidelijk dat Jezus binnenkort niet meer bij hen zal zijn, maar ze begrijpen de woorden niet ‘dat hij uit de dood zal opstaan’. Onderweg naar Kafarnaüm worden er geen vragen gesteld over het lijden en dood van Jezus zelf. Het gespreksonderwerp is ‘Hòe zal hun eigen toekomst er straks uit komen zien’. Ja, wie van hen wordt na de moord op Jezus de belangrijkste persoon en zal de leiding op zich nemen? Maar… hierover konden ze het niet eens worden. Thuisgekomen vraagt Jezus hen waar ze onderweg over twistten. Jezus berispt hen niet maar onderricht hen als volgt: ‘Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen’. Aan de hand van het concrete voorbeeld met het kleine kind dat hij in hun midden zet, spoort Jezus zijn apostelen aan om altijd liefdevol op te komen voor al wie kwetsbaar is. Want juist daarin openbaart God zich aan ons en ontmoeten we de God van liefde en barmhartigheid. Beroep je niet op je eigen verdienste, maak jezelf niet belangrijk, maar blijf bescheiden, wees ‘een dienaar van allen’!

Leave a comment