Preek 11 augustus 2024

Inleiding 19e zondag door het jaar B. Door Hans Kwakman
Volgens de eerste lezing uit het boek der Koningen heeft de profeet Elia het gevoel dat hij tot niets goeds meer in staat is. Daarom vraagt hij Jahweh om te mogen sterven. Maar dan sterkt een engel hem met brood, zodat hij in staat is om na een voetreis van veertig dagen en nachten Jahweh persoonlijk te ontmoeten op de berg van God, de berg Horeb. In het evangelie presenteert Jezus zich zelf als levend brood dat ons sterkt op onze levensreis. Het brood van de eucharistie, dat wij ook in deze viering weer kunnen ontvangen, is in staat ons te sterken op onze levensreis. Vertrouwen wij nu op Gods barmhartige vergeving in onze schuldbelijdenis.
Joh 6 41 51
Jezus heeft vriend en vijand verbaasd doen staan door met vijf broden en twee vissen een duizendkoppige menigte te voeden. De wonderbare broodvermenigvuldiging. De mensen, die het wonder hebben meegemaakt, willen Jezus tot koning maken. Daarom vlucht Jezus de bergen in. De volgende dag ontmoeten Jezus en de menigte elkaar weer, nu in de synagoge van Kafarnaüm. Dan kost het Jezus veel moeite om de mensen te overtuigen, dat hij niet gezonden is om steeds maar weer hun hongerige magen te vullen met voedsel dat vergaat, maar dat zijn hemelse Vader hem zendt om ons te sterken met geestelijk voedsel dat leven geeft. Om zin en richting aan ons leven te geven. Jezus wil zelf voor ons brood zijn dat leven geeft. Een bron van levenskracht, Een bron van eeuwig leven.
In de lezing van zojuist hoorden we Jezus zeggen: “Ik ben het levend brood.” Het is vreemd om iemand te horen zeggen: Ik ben brood. Maar deze uitspraak doet denken aan andere gezegden van Jezus in het Johannes evangelie, zoals: “Ík ben het licht van de wereld;” “Ík ben de weg, de waarheid en het leven;” “Ik ben de ware wijnstok.” Of, toen de leerlingen in een wankele boot het meer overstaken en er een hevige storm opstak, zagen zij plotseling Jezus over het water naar hen toe komen lopen. De leerlingen schrokken zich een ongeluk.. Maar Jezus zei: “Wees niet bang Ik ben er.” Steeds weer “Ik ben. Ik ben er”.
Dat doet denken aan de naam, waarmee God zich zelf heeft doen kennen, toen hij zijn volk uit Egypte ging bevrijden. God verscheen toen aan Mozes in het brandende braambos en Mozes vroeg God: Hoe is uw naam? God antwoordde: “Ik ben, Ik BEN er.” God stelde zichzelf voor als: “Ík ben er voor jullie.” Dat is mijn naam.
En zo maakt Jezus zichzelf ook aan ons bekend. Jezus wil niet alleen maar herinnerd worden als de man uit Nazareth, die 2000 jaar geleden als prediker of wonderdoener rondtrok. Hij wil gekend worden als de mens, die God onder ons aanwezig laat zijn: ik ben er voor jullie als licht in de wereld; als wijn, die vreugde schenkt; als de weg naar het ware geluk. Ik ben er voor jullie als bron van innerlijke kracht in angstige tijden, “Ík ben het levend brood,” Ik ben er voor jullie als brood dat leven geeft. Zoals tarwebrood jullie lichamelijk sterkt, zo zal ik voor jullie een bron van levenskracht zijn. Ik ben door mijn Vader gezonden om voor jullie bron van leven, ja, zelfs als bron van eeuwig leven te zijn.
In deze viering van de Eucharistie, maar ook thuis in ons dagelijks leven is Jezus, de Verrezen Heer, onder ons aanwezig. Hij is er voor ons. Hij is er niet om onze problemen op te lossen. Dat moeten wij zelf doen. Daartoe versterkt Hij ons met zijn Geest van Wijsheid. Maar Hij is wel bij ons aanwezig, opdat wij ons op onze levensweg nooit eenzaam hoeven te voelen of alleen gelaten. Uit dat geloof putten wij kracht.
Neem het voorbeeld van een ernstig ziek kind, opgenomen in het ziekenhuis. Het kind wordt omgeven door specialisten en verpleegkundigen. Met alle medische hulpmiddelen proberen zij er alles aan te doen om het kind te genezen. Maar naast het bed zit ook de moeder van het kind. Zij doet niets anders dan er zijn. Als het kind huilt van pijn, zegt de moeder: “Stil maar. Ik ben er.” En het kind komt tot rust en voelt zich sterk. Zo, zegt Jezus, ben ik aanwezig in deze wereld. Als de Verrezen Heer. Uit naam van God ben ik er voor jullie als brood dat leven geeft, als bron van levenskracht voor onderweg. *

Leave a comment