3e Zondag van Pasen 2024. Door Hans Kwakman msc
Inleiding
De lezingen van vandaag hebben als rode draad het belang van geloven. De Verrezen Heer opent voor ons de Heilige Schrift, opdat wij geloven in zijn aanwezigheid als verheerlijkte Heer onder ons. In de Heilige Schrift betekent geloven allereerst vertrouwen. Vertrouwen op God en op Jezus Christus. God is betrouwbaar en goed voor ons en Jezus Christus is gekomen opdat wij leven en wel leven in overvloed. In de eerste lezing roepen de apostelen ons op om te getuigen van ons geloof in Jezus Christus als de Vorst van het leven, die ons mensen zal leiden naar een leven in vrede en gerechtigheid.
Overweging
Aanstonds bidden wij samen het Credo, onze geloofsbelijdenis. Wij belijden dan: Ik geloof in Jezus Christus, die “op de derde dag verrezen is uit de doden.” En ook: ”Ik geloof in de verrijzenis van het lichaam.” Geloven wij dat werkelijk? En zo ja, wat geloven wij dan eigenlijk? Vorige week zondag hoorden wij in het evangelie, hoe de apostel Thomas grote moeite had om zijn medeleerlingen te geloven die hem op Paasdag heel enthousiast vertelden: “Wij hebben de Heer gezien” Uiteindelijk kreeg Thomas, en met hem wij allemaal, van de Verrezen Heer te horen: “Gelukkig zij, die niet zien en toch geloven” (Joh 20:29).
De apostel Paulus schrijft in een van zijn brieven dat het belangrijkste van alles wat hij verkondigd heeft, is, dat “Christus werkelijk uit de dood is opgewekt als de eerste van de gestorvenen” (1 Kor. 15: 20). En hij voegt er aan toe: “Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de meest beklagenswaardige mensen, die er zijn”(15:19). Als wij het geloof in de verrijzenis van het lichaam loslaten, vervallen wij in een leven zonder uitzicht en zonder hoop.
Mensen die het einde van hun leven zien naderen hoor je hier in Nederland vaak zeggen: “Ik heb een mooi leven gehad. Daar ben ik dankbaar voor. Ik zie wel wat er hierna gebeurt.” Maar in andere delen van de wereld zijn er veel mensen, die jaren aan een stuk ellende in hun leven hebben meegemaakt en zoveel jaren van oorlog, verdrukking en armoede. Mensen, die de ene dierbare na de ander hebben moeten begraven. Migranten die de grootste gevaren riskeren, omdat ze in hun eigen land geen toekomst meer zien. Juist deze mensen spreken vaak hun vertrouwen uit op God en blijven uitzien naar een leven na de dood.
Maar voor ons Christenen, wat betekent het feit dat Christus’ kruis, en begrafenis gevolgd werd door zijn verrijzenis? Het betekent, dat voor alle mensen van alle tijden het leven niet eindigt in lijden en dood, maar dat God voor ons mensen een nieuwe wereld aan het scheppen is.
Samen met de kinderen die in Gaza sterven door hongernood; samen met slachtoffers van de zinloze oorlog in Ukraine en elders; samen met mensen die getroffen worden door overstromingen in Kazachstan; samen met mensen, die hier in Nederland wanhopig een einde aan hun leven maken, vallen wij niet in een zwart gat van een dood zonder uitzicht. Nee, wij vallen in de handen van een liefdevolle Vader, die, zoals Paulus het zegt, ons allen redt uit de macht van de duisternis en ons overbrengt naar het rijk van zijn geliefde Zoon, Jezus Christus.
Paulus noemt Jezus Christus dan ook de eerstgeborene uit de dood (Kol 1:18). Door zijn Zoon, de mens Jezus Christus, te doen opstaan uit de doden, toont God de Vader ons dat ons allemaal een nieuwe vorm van menszijn te wachten staat. Jezus Christus is de eerste die als vernieuwde mens uit de dood verrijst en wij zullen hem volgen. Wij zullen met Hem dat nieuwe leven binnengaan. Jezus’ verrijzenis is het begin van een nieuwe vorm van menszijn en het begin van een nieuwe wereld voor ons allemaal.
Toen God zijn Zoon Jezus Christus uit de dood opwekte, toonde hij niet alleen zijn liefde voor zijn Zoon, maar voor iedere mens. Daarom is de boodschap van Pasen zulk goed nieuws, vooral voor al die mensen die het hier op aarde zo slecht getroffen hebben en nauwelijks iets van de goedheid, schoonheid en gerechtigheid van de schepping hebben kunnen ervaren. Voor God is iedere mens belangrijk. Zoals God zijn Zoon nieuw leven heeft gegeven, zo zullen wij allemaal delen in dat nieuwe leven in een nieuwe schepping.
De schrijver van het laatste boek van de bijbel, het boek Openbaring kijkt uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daar, zo schrijft hij, zal God alle tranen uitwissen; daar zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn (Openb 21:4). Met Jezus Christus, de verheerlijkte Heer, zijn wij naar die nieuwe hemel en nieuwe aarde onderweg. Daar zullen wij eindelijk thuis komen.
Deze week heeft het Instituut voor de Geloofsleer van het Vaticaan, met instemming van Paus Franciscus, een document gepubliceerd over “de onbegrensde waardigheid van de mens”. Het spreekt over allerlei praktijken en verschijnselen, die tegenwoordig de waardigheid van de mens aantasten, zoals oorlog, armoede, handel in kinderen, uitsluiting van migranten, abortus, euthanasie, doodsbedreigingen via het internet en veel meer.
Maar voordat het al deze misdaden tegen de menselijke waardigheid bespreekt, noemt het document eerst de basis, waarop volgens ons geloof de waardigheid van iedere mens is gebaseerd. Dat zijn de drie grote gaven van God aan de mensheid: de schepping van de mens, de menswording van Gods Zoon en de verrijzenis uit de doden van de mens Jezus. Op de eerste plaats: wij zijn allemaal geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Het Bijbelboek Genesis zegt het zo: “God zei: laten wij mensen maken, die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken” (Gen. 1:26). Ten tweede, God laat zijn Zoon mens worden en deelnemen aan ons menszijn, opdat, zoals Jezus het zelf zegt: “mensen zullen leven, en wel leven in overvloed” (Joh. 10:10). Ten derde, door Jezus Christus uit de dood te doen opstaan, toont God ons, dat wij mensen het volledig waard zijn om na onze dood voor altijd in gemeenschap met God en met elkaar te leven. “Aan wie met volharding het goede doet, schenkt hij het eeuwig leven,” schrijft Paulus (Rom 2:7). Deze drie gaven geven een enorme waardigheid aan iedere mens. Als we daarom nu in het Credo belijden: ik geloof, dat Jezus Christus op de derde dag is verrezen uit de doden; en ik geloof in de verrijzenis van het lichaam, dan belijden we in feite hoe waardevol wij mensen zijn. Die waardigheid wordt ons niet door de dood ontnomen. Integendeel, zij zal tot bloei komen op de meest onverwachte manier. Gelukkig wij die niet zien en toch geloven. *