Preek 14 juli 2024

LEZINGEN
Amos 7, 12 – 15
Efeziërs 1, 3-14
Marcus 6, 7-13

OVERWEGING door Ben Verberne
Met de lezingen van zojuist nog vers in gedachten, vraag ik u:
wat vindt ú nou echt belangrijk om mee te nemen in uw rugzak?
Naarmate je ouder wordt, kan er immers steeds meer uit.
Er zijn een heleboel dingen die je vroeger belangrijk vond en nu niet meer.
En je leert ook relativeren.

De lezingen van vandaag staan niet los van elkaar.
Zoals altijd hangen de eerste lezing en het evangelie met elkaar samen.
De profeet Amos (eerste lezing) ergert zich
aan de zelfgenoegzaamheid en de vadsigheid van mensen die alleen maar bezig zijn met hun eigen kleine wereld, met zichzelf, hun eigen welbevinden, terwijl mensen om hen heen verkommeren.
Lijnrecht daartegenover staat het evangelie met: ik zend jullie uit, zonder geld, zonder reistas om goed te doen aan anderen en vooral aan zieken om het Rijk van God te helpen opbouwen.

Als je zelf niet zoveel nodig hebt, dan sta je meer open voor mensen die tekortkomen.
Wie zelf veel heeft meegemaakt, leeft zich gemakkelijker in in de miserie en het verdriet van een ander.

Toen ik bij de KRO werkte, was ik betrokken bij een televisieprogramma dat werd uitgezonden op de late zondagavond.
Het was een soort dagsluiting en het programma heette Nachtzoen.
Zorgvuldig kozen we dan steeds één gedachte om mensen te helpen even stil te staan bij iets moois, iets waardevols dat ze die dag hadden beleefd.

Op een gegeven moment was daar het verhaal van een man die vertelde dat hij in zijn jeugd naar Spanje was gelift.
Hij was jong en hij had weinig geld op zak. Na zo’n tien dagen rondtrekken in Spanje wilde hij terug naar Nederland.
Het was puur toeval dat er een Nederlandse vrachtwagen stopte met een lading voor de Achterhoek.
Onderweg door Frankrijk werd er een enkele keer gestopt om te eten en één keer om te slapen, – op een parkeerplaats.
Die lifter begon zich op den duur toch een beetje ongemakkelijk te voelen.
Hij had echt geen cent op zak.
Aangekomen in Nederland zei hij tegen de chauffeur dat hij niet wist hoe hij hem kon terugbetalen of ook maar íets kon bijdragen.
Het antwoord van die chauffeur was: “Laat maar zitten!
Er komt wel een dag dat je wat kunt terugdoen aan een ander”.
Dat antwoord was die jongen zó bijgebleven, dat het op cruciale momenten van zijn leven steeds weer bij hem bovenkwam.
Ongemerkt had die vrachtwagenchauffeur een wending gegeven aan zijn leven.

Persoonlijk erger ik me vaak aan veel ingezonden brieven, in de krant of in tijdschriften: ingezonden brieven waar asielzoekers en vluchtelingen zo gemakkelijk worden weggezet als ‘gelukzoekers’.
Dat woord krijgt al gauw een negatieve betekenis.
Ook vandaag horen we, tot in de Tweede Kamer toe, dat we die gelukzoekers moeten terugschoppen naar hun eigen land!
Maar … gelukzoekers zijn we allemaal. En vooral als je geen kant op kunt, dan zoek je net zo lang tot je het geluk gevonden hebt.

Vandaag horen we:
“Hij droeg hen op
niets mee te nemen voor onderweg,
geen brood, geen reistas, geen geld, geen extra kleren,
alleen een stok om op te steunen”.

Is dat geen prachtige beschrijving van de gelukzoeker die ieder van ons is?
Het is de typering van de mens, die weerloos en met lege handen in het leven staat. –
Woorden die je doen beseffen dat we maar weinig nodig hebben om een zinvol leven te leiden.

Om zelf een zinvol leven te leiden, heb je geen rijkelijk gevulde rugzak nodig.
En al helemáál niet als je licht wilt brengen in het bestaan van een ander.

Leave a comment