Homilie 6de Zondag van Pasen door Ton Zwart msc
Afscheid nemen doet pijn. Afscheid nemen van een vertrouwde omgeving, afscheid nemen van mensen van wie je houdt of bij wie je je thuis voelt. Afscheid nemen kan ook angstig maken. Wat staat er nu te gebeuren, wat zal de toekomst ons brengen?
Het stukje evangelie dat we zo juist gehoord hebben heeft alles met afscheid te maken. Het is de avond voor het lijden en sterven van Jezus. Jezus weet wat hem te wachten staat. Hij zal er binnenkort niet meer zijn om leiding te geven aan zijn leerlingen. Maar naar hun gevoel hebben ze hem nog nodig. Ze kunnen niet alleen verder. Ze zijn nog maar met weinigen en voelen zich onzeker. Ze vertrouwden op Jezus, op zijn visie en op zijn moed en vastberadenheid om aan die visie vorm te geven. Jezus was de onbetwiste leider. Met hem was het al moeilijk genoeg. Zonder hem gaat het zeker niets worden.
Het is dit soort gevoelens waarop Jezus in het evangelie van vandaag inspeelt. Hij wil zijn leerlingen geruststellen, hun angst voor de toekomst wegnemen. Hij zal hen niet verweesd achterlaten. Hij zal hen een andere helper geven, die hij de Geest van de waarheid noemt. Die zal bij hen blijven en in hen blijven.
Zullen ze Jezus dan beter begrijpen dan toen hij nog bij hen was? Toen was het toch vaak een zoeken naar zijn bedoelingen en hadden ze nogal eens moeite hem te volgen? Gaat dit alles zelfs beter worden als die andere helper er komt?
De belofte van de Geest van de waarheid is wel aan een voorwaarde gebonden: ze moeten zijn geboden onderhouden. Als ze dat doen hoeven ze zich geen zorgen te maken, dan zullen ze ontdekken dat ze er inderdaad niet alleen voor staan, dat niet alleen de Geest van de waarheid in hen zal zijn, maar dat ze ook worden opgenomen in die geheimvolle aanwezigheid van Vader en Zoon: God in zijn volheid dicht bij hen.
Alles hangt dus af van het onderhouden van de geboden. Maar daar komt nog iets bij: die geboden worden namelijk in verband gebracht met de liefde. Jezus zegt: ‘Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden’ en ook nog ‘Wie mijn geboden onderhoudt, … hij is die Mij liefheeft’. De geboden onderhouden en het liefhebben van Jezus horen bij elkaar. Het een hangt samen met het andere. Het liefhebben van Jezus leidt ertoe dat de geboden worden onderhouden. Juist in het liefhebben van Jezus wordt het verlangen geboren om zijn geboden te onderhouden, daar komt de energie vandaan om te doen wat hij zegt.
Zijn dit geruststellende woorden of juist niet? Ik zou zeggen: van niet. Je kunt toch niet op commando liefhebben! Liefhebben is iets dat je overkomt. Je wordt door iemand geraakt door zijn of haar schoonheid, door zijn of haar mooie karakter. Zo’n iemand, zo’n persoon heeft iets vertrouwenwekkends. Je voelt je bij die persoon op je gemak. Je wilt bij hem of bij haar zijn. Er gaat niets dreigends van uit. Integendeel je voelt bij die persoon thuis. Van hem of haar kun je houden. Voor die persoon wil je veel doen, veel overhebben. Is het dat niet wat we liefde noemen?
Is Jezus zo’n persoon voor ons en, als hij dat niet is, zou hij het dan kunnen worden? Er is maar één manier om van Jezus te leren houden en dat is naar hem te kijken, naar wat hij doet, naar wat hij zegt. Hoe hij met mensen omgaat, hoe hij omgaat met de mensen die anderen links laten liggen, hoe hij het waagt om gezagsdragers de waarheid te vertellen, dat ze het mensen met hun regels en voorschriften moeilijk maken maar goed voor zichzelf zorgen. Hoe zij op hun eer gesteld zijn, op hun strepen staan, en zich boven de gewone mens in de straat verheven voelen. Jezus is iemand met een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Hij weet als geen ander dat iedereen, man of vrouw, kind of volwassene voortkomt uit dezelfde bron van leven, uit de God, die Vader is voor alle mensen, goede en slechte. Jezus heeft de verwonderlijke eigenschap dat er in zijn hart ruimte is voor iedereen. Hij heeft een hart even groot als de mensheid zelf.
Kunnen we van die persoon houden? En worden we dan door hem geïnspireerd om zijn geboden te onderhouden? Eigenlijk is het maar één gebod: het liefdesgebod, doen wat Jezus gedaan heeft, even ruimhartig zijn als hij , even hartverwarmend met mensen omgaan als hij, even begripvol voor menselijke fouten als hij, evenzeer bereid als hij zijn leven voor anderen op het spel te zetten.
Dat is Jezus liefhebben, dat is zijn geboden onderhouden.
Als je dat doet, dan belooft Jezus dat je zijn Geest van waarheid zult ervaren, dat je zult ondervinden dat hij en zijn Vader je nabij zijn, dat je een merkwaardige vrede zult voelen, dat er een rust over je komt, een lichtheid die alle lasten wegneemt. Je voelt je dan opgenomen in een andere werkelijkheid. De wereld om je heen is nog altijd dezelfde wereld, met alle problemen en angstaanjagende gebeurtenissen die daar nu eenmaal plaatsvinden, maar op de een of andere manier word je er niet meer door terneergedrukt, kun je die donkerte aan, leef je in een licht dat de duisternis verdrijft. Is het dat wat in de christelijke traditie de inwoning van Vader, Zoon en Geest genoemd wordt, de inwoning van de goddelijke Drievuldigheid? Het is in ieder geval een mooie ervaring, waard om nooit meer te vergeten als je die een keer hebt meegemaakt.
Het is vandaag Moederdag. Ik wil er alleen maar over zeggen dat de eigenschappen van Jezus die ik geprobeerd heb te schetsen, eigenlijk moederlijke eigenschappen zijn. Een moeder laat haar kinderen toch nooit in de steek! Ze houdt hen vast, ze omarmt ze als angstig worden of zich pijn hebben gedaan. Een moeder biedt troost en uitkomst. Zij is er altijd voor haar kinderen. Zo wil Jezus er ook voor ons zijn, of zoals de plaat die hier aan de muur hangt zegt: ‘Verrezen ben ik en nog ben ik bij u, alleluia’.
Amen.