Zestiende zondag van het Jaar C
Notre Dame, 17 juli 2022
Ben Verberne msc
LEZINGEN
Genesis 18, 1-10a
Kolossenzen 1, 24-28
Lukas 10, 38-42
OVERWEGING
Al de dingen die gedaan moeten worden om mensen in huis te ontvangen… Daar maakt Marta zich druk om. Maria echter zit aan de voeten van Jezus en luistert.
Dan doet Marta haar beklag bij Jezus: Mijn zus laat al het werk aan mij over! Zèg daar toch eens wat van! En het antwoord is bekend: Maria heeft het beste deel gekozen.
Toen we volop in het werk stonden, heeft menigeen van ons zich herkend in Marta
vanwege haar bedrijvigheid, want we hèbben wat afgesjouwd! Maar nu we ouder worden, kùnnen we minder, hoèven we ook minder. Langzaam komen we tot rust,
soms gedwongen door de situatie. Het wordt stiller rondom ons en waarschijnlijk ook ìn ons. Misschien zijn we van meer luisterende, bezinnende mensen geworden, en in die zin misschien meer leerling geworden.
“Iemand die zit aan de voeten van de leraar”. Zo werd in Jezus’ tijd iemand genoemd
die ‘leerling was van een joodse rabbi. De schrijver van het Lukas-evangelie beschrijft Maria als ‘zij die zit aan de voeten van de Jezus’. Maria is leerling, leerling van Jezus.
Leerling-zijn betekent: luisteren hoe een rabbi de Schrift uitlegt, inzicht krijgen in de actuele betekenis van de Schrift voor het leven van alledag, daar inspiratie aan opdoen en proberen die inspiratie om te zetten in ons dagelijkse doen en laten.
Wat Marta doet, wordt van ouds aangeduid als diakonie: bediening, dienstwerk, zorg voor mensen en aan alles wat daar aan drukte en organisatie bij hoort.
Wat ons hopelijk nooit ontnomen zal worden is precies Maria en Marta – natuurlijk kunnen die twee niet zonder elkaar dat we ‘als leerling van Jezus in het leven staan’.
Het is dan ook een verhaal over twee zussen en over een spanning die ieder van ons
uit ervaring in haar/zijn eigen leven kent. Soms is dat een spanning tussen twee personen, waarvan de een meer verzorgend, meer actief in het leven staat en de ander meer beschouwend. Maar het kan ook gaan over twee stromingen, binnen één gemeenschap, binnen één communiteit, één congregatie. Een spanning tussen zorgen en bezinnen, tussen actie en contemplatie, tussen maatschappij-betrokken zijn en spiritualiteit
Een spanning, maar feitelijk kan de een niet zonder de ander en zullen ze op de een of andere manier vaak allebei aanwezig zijn.
En hoe moet dat bij òns? – Dat ‘hoe’ ligt niet vast! Dat moeten we telkens opnieuw uítvinden, ontdekken. Door steeds af te wegen wat het leven van ons vraagt, … als communiteit, … als kerk. Zoals ook de kerk-als-geheel zich vandaag afvraagt wat de geëigende manier is om kerk te zijn, vandaag. In het synodaal proces waartoe paus Franciscus wereldwijd het initiatief genomen heeft, komt nu al vooral in West-Europa constant naar voren:
• tegengaan van klerikalisme, omdat klerikalisme de wortel is van veel ellende, misbruik en beschadiging en verdriet;
• verruimen van het ambt, zodat ook gehuwde mannen en vrouwen kunnen deelnemen aan het leiding geven binnen de kerk;
• en als derde: een andere manier van omgaan met seksualiteit en relaties.
Het is te hopen dat het niet bij praten blijft, maar dat er ook conclusies getrokken worden. Maar conclusies – dat zien we in de Anglicaanse kerk – kunnen ook nieuwe breuklijnen blootleggen. Daarom hopen en bidden we en zetten we ons in om samen tot conclusies komen, zonder elkaar daar op aan te kijken, zonder elkaar buiten de deur te werken.
Eigenlijk geeft de eerste schriftlezing uit Genesis een prachtige suggestie over ‘hoe’ we met verschillen in onze gemeenschap kunnen omgaan: Op het heetst van de dag
zoekt Abraham koelte onder een boom, onder ‘de eik, die Mamre heet’. Dan komen er drie vreemdelingen naar hem toe. Abraham ontvangt ze gastvrij bij de ingang van zijn bedoeïentent. Het Schriftverhaal zegt dat Abraham, wanneer hij deze drie onbekende mensen zijn leven binnenlaat, in die vreemden iets van God herkent.
Voortaan geldt ‘de eik van Mamre’ als plaats van gastvrijheid, en tegelijkertijd als plaats waar mensen en God elkaar ontmoeten. Mamre is daarom een heel zinvolle naam om een religieuze communiteit naar te noemen.
Door gastvrijheid, door ruimte te scheppen voor elkaar, door wie vreemd is toe te laten in ons leven, bouwen we een thuis van barmhartigheid en vriendschap voor elkaar.
Alleen zo woont God onder mensen. Daar herkennen we God in ons midden.