Preek 22 juni 2025

Sacramentsdag – C – 22 juni 2025 – kapel Notre Dame
Gen. 14, 18-20 – 1 Kor. 11, 23-26 – Lc. 9,11b-17

Overweging door Theo te Wierik msc

We gaan vanmorgen, op deze Sacramentsdag, ver terug in de geschiedenis, rond 1900 vóór de geboorte van Jezus, om daarmee aan te geven dat ook wij deel uitma-ken van die grote geschiedenis van God met het mensdom van alle tijden.

De eerste lezing gaat over Melchisedek, de koning van de stad Salem welke later Jeruzalem wordt genoemd.
Melchisedek voorziet Abraham en zijn mannen, die verwikkeld zijn in een oorlog, van proviand.
Hij wil graag met Abraham op goede voet blijven en hij biedt Abraham brood en wijn aan; een verwijzing naar het Laatste Avondmaal van Jezus.

De tweede lezing leert ons iets over de oorsprong van de eucharistie.
Paulus, die de volgelingen van Jezus heeft laten oppakken en om het leven heeft laten brengen, die nu één van de grootste apostelen is geworden, heeft Jezus niet persoonlijk gekend.
Paulus zegt over de eucharistie: ‘Dat het hem zo geleerd en overgeleverd is’.
Voor ons zijn de woorden van Paulus de alleroudste getuigenis van het Laatste Avondmaal, ouder dan we uit de evangelies kennen.

Paulus vertelt ons van de bijzondere betekenis die Jezus aan het brood en de beker met wijn geeft: ‘Dit ben ik’.
Ik ben brood en wijn voor jullie zoals Ik, in deze voorbije jaren, altijd al voor jullie was en voor allen die de weg van God willen gaan.

Opmerkelijk is de zin die wij nog telkens uitspreken na de instellingswoorden.
Dan zeggen wij Paulus, na: ‘Telkens als wij van dit brood eten en drinken uit de be-ker, verkondigen wij de dood van Jezus totdat Hij komt.’
Heel opmerkelijk!
Paulus zegt niet dat hij de verrijzenis verkondigt.
Het ging Paulus erom de harde werkelijkheid van de dood onder ogen te zien en daarmee te leren leven in geloof op de uiteindelijke verrijzenis.
Paulus zegt ons: ‘Ga niet te gemakkelijk aan de dood voorbij door alleen maar te wil-len horen over de verrijzenis’.
Dan leren we niet om het leven te nemen zoals het dagelijks op ons afkomt.
Ons dagelijks leven is nu nog niet ‘verrijzenis uit de dood’.
Het staat wél te gebeuren…maar nu is ons leven vaak nog intens zwaar.

Eucharistie vieren is zo de werkelijkheid onder ogen zien maar met het perspectief van Christus die nu ook zijn leven met ons wil delen.

En dan het verhaal van de broodvermenigvuldiging.
Pas wanneer Jezus al een aantal jaren dood en begraven is, wordt dit verhaal opge-schreven.
Steeds meer mensen, die Jezus niet meer persoonlijk gekend hadden, vroegen zich af: “wie is deze Jezus over wie we al zoveel dingen gehoord hebben?”
Jezus blijkt iemand te zijn in wie het woord en de macht van God duidelijk zichtbaar en voelbaar aanwezig is.

Alle vier evangelisten vertellen over deze broodvermenigvuldiging.
Zij grijpen terug in hun verhaal naar de oudtestamentische belofte van God ‘die voor alle volken een feestmaal aanricht’.
De evangelisten laten Jezus teruggrijpen op het verhaal van de profeet Elisa die het volk te eten gaf met veel te weinig broden maar Elisa hield toen al broden over.
Wat Jezus hier doet is veel straffer: met vijf broden en twee vissen voedde hij een menigte van 5000 mensen en er bleven 12 korven over.
Ga je nu niet afvragen of het allemaal wel echt gebeurd is.
Dit is weer een typische vraag van ons Westerlingen.
De evangelisten hebben ook geen letterlijk verhaal over Jezus willen schrijven.
Zij hebben Jezus willen neerzetten als iemand die van God komt.
Dat met de komst van Jezus Gods’ Rijk doorbreekt.

De laatste verzen van het verhaal van vanmorgen vertonen onmiskenbaar een eu-charistische trek, want er wordt duidelijk gesproken over het uitspreken van een ge-bed, het breken van het brood en het uitdelen aan de aanwezigen, juist zoals tijdens het Laatste Avondmaal.
Door de viering van de eucharistie in onze christelijke kerken blijft dit wonder van de broodvermenigvuldiging zich herhalen.
Jezus blijft hongerige volkeren spijzigen en voor iedereen is er meer dan genoeg.

Leave a comment