Preek 29 september 2024

Overweging door Ton Zwart

“Wie niet tegen ons is, is voor ons.” Een opmerkelijke uitspraak! Ik weet niet hoe het bij u ligt, maar spontaan zou ik het andersom zeggen: wie niet voor ons is, is tegen ons. Als je niet met mij bent, als je mij niet steunt, als je niet achter mij staat, dan voel ik mij door jou in de steek gelaten en hoef je niet meer op een warm welkom te rekenen.
Jezus is dus anders. Zolang mensen zich niet tegen hem keren, zolang ze niet ongunstig over hem spreken, zolang ze geen lasterpraatjes over hem rondstrooien, rekent hij die mensen tot zijn medestanders. Ze mogen zelfs zijn naam gebruiken. Jezus doet daar niet moeilijk over. Hij is niet bezitterig. Hij zegt niet: mijn naam is van mij, daar blijven jullie vanaf. Dat is mijn identiteit en hoort bij mij en bij niemand anders.
Hier spreekt iemand die ruimhartig is, iemand die mensen vertrouwt, iemand die ervan uitgaat dat mensen het goed menen, het goed met hem voorhebben, die het positieve veronderstelt en mensen met een open instelling tegemoet treedt. Jezus begint met vertrouwen, niet met wantrouwen of achterdocht. Het is alsof hij zegt: laat het beste van je zien.
Die open, vertrouwvolle houding vinden we niet alleen bij Jezus, maar ook bij Mozes. De eerste lezing is daarvan een voorbeeld. Mozes, de grote leider van het volk van Israël tijdens de uit-tocht uit Egypte, vond zijn verantwoordelijkheid maar zwaar, een last die moeilijk alleen door hem te dragen was. Hij bidt dan tot God [Num. 11,15] en zegt zelfs: “Als u mij dit [deze last] werkelijk wilt aandoen, dood me dan liever meteen. Dan blijft verdere ellende mij tenminste bespaard”.
Mozes krijgt dan zeventig oudsten toegewezen die met hem naar de ontmoetingstent moeten komen om daar een deel van de geest van Mozes te ontvangen, die hen in staat moet stellen om Mozes bij te staan in de dienst van de leiding. Zo gebeurde het, maar twee van de aange-wezen oudsten gingen niet mee naar de ontmoetingstent en bleven in het kamp. Ze ontvingen toch een deel van de geest van Mozes en begonnen te profeteren. Dat wil zeggen uitspraken doen in de naam van God die richtinggevend waren, die geschillen bijlegden of vonnissen vel-den. Zij traden dus op als leiders en rechters van het volk, terwijl ze niet met Mozes waren meegegaan naar de ontmoetingstent.
Mozes krijgt hiervan bericht en Jozua neemt het dan voor Mozes op. Hij ziet die twee als on-dermijnend voor het gezag van Mozes, alsof ze een eigen machtspositie willen opbouwen en hij wil ze de mond snoeren. Maar Mozes weigert dat te doen. Hij ziet die twee niet als rivalen, maar hij wil graag zijn geest, zijn inspiratie, zijn leiderschap met hen delen. En niet enkel met hen. Hij zou willen dat iedereen de kwaliteit van een leider zou bezitten, de juiste weg zou we-ten te wijzen en het juiste oordeel zou weten uit te spreken of, in Bijbelse taal, een deel van de geest van Mozes zou bezitten. De boodschap die hier klinkt is: macht is er om te delen, niet om die voor zichzelf te behouden en al helemaal niet om een alleenheerser te worden die geen concurrentie duldt.
Dit alles roept bij mij associaties op met identiteitspolitiek. Het is een politiek die terrein wint in vele landen, dichtbij en veraf. Het heeft altijd met namen te maken. Je bent een Fransman, Amerikaan of Nederlander en die naam dient dan om een grens te trekken, tussen wij en zij. Ieder die die naam niet voor zichzelf kan opeisen en van elders komt, hoort er dan niet bij. Hij of zij wordt buitengesloten en kan het beste maar onzichtbaar blijven. Dit geldt overigens niet alleen voor vaderlandse namen, zoals Amerikaan of Nederlander, maar ook voor godsdienstige namen. Je bent Christen, Moslim of Hindoe. En ook deze namen kunnen zo gebruikt worden dat ze uitsluiten en niet verbinden. Je hoort er alleen maar bij als je tot dezelfde naamgroep hoort. De anderen laat je links liggen.
Het wordt helemaal erg als die twee naamgroepen met elkaar verbonden worden. Dan wordt de Amerikaanse Christen de echte Amerikaan en vallen alle anderen die migrant zijn en geen Christen er buiten. Of dan wordt de Marokkaanse moslim de echte Marokkaan en alle andere inwoners van Marokko worden dan gedegradeerd tot tweederangsburgers. Ze worden eerder geduld dan aanvaard.
Identiteitspolitiek beroept zich op de traditionele godsdienst om letterlijk anderen buiten de deur te houden. Hongarije heeft dit inderdaad gedaan. Alsof ze zeggen: we zijn een joods-christelijk land en willen dat blijven. Anderen zijn niet welkom, het geeft niet wat ze meege-maakt hebben of uit wat voor beroerde situatie ze gevlucht zijn. Voor een aanhanger van de identiteitspolitiek is het land van herkomst en de traditionele godsdienst belangrijk. Die tellen veel zwaarder dan dat we allemaal mensen zijn, schepselen van de ene God en Vader, bron en doel van ons bestaan.
De lezingen van vandaag laten zien dat dit soort denken niet Joods en niet Christelijk is. Mozes zou graag willen delen wat hij aan gaven ontvangen heeft met ieder die er voor openstaat. En Jezus schermt zich niet af door het gebruik van zijn naam aan zichzelf voor te behouden, maar treedt ieder ruimhartig en met vertrouwen tegemoet. Bewonderenswaardig!
Amen.

Leave a comment