Nadat Jezus op Goede Vrijdag aan het kruis is gestorven en begraven wordt er met Pasen gevierd dat hij is opgestaan uit het graf.
Paaswake 2021
Zaterdag 3 april 2021
Overweging van Ton Zwart msc
Paaswake, feest van het licht dat in de duisternis schijnt, licht dat die duisternis opheft. Dat is het wat licht doet: wat in het donker niet gezien wordt , wordt zichtbaar in het licht. Obstakels die in het donker verborgen waren, komen zo te voorschijn en kunnen vermeden worden. Licht geeft veiligheid. In het licht kun je je vrijelijk bewegen.
Het einde van het evangelie van Marcus zou zo’n gevoel van veiligheid en zekerheid moeten oproepen. De vrouwen hebben de boodschap gehoord: ‘Schrik niet. Jullie zoeken de gekruisigde. Hij is niet hier, hij is verrezen’. Fantastisch toch! De kruisiging niet als een einde, maar als een nieuw begin! Maar wat gebeurt er in het evangelie van Marcus? De vrouwen vluchtten weg van het graf, “want schrik en ontsteltenis hadden hen overweldigd. En uit vrees zeiden ze er niemand iets van.”
De jongeman in het witte gewaad had geprobeerd om hen op hun gemak te stellen. De eerste woorden die hij sprak waren: “Schrik niet”. Blijkbaar hadden die woorden geen effect, want de vrouwen renden vol schrik weg van het graf. De jongeman had hun ook een opdracht meegegeven: vertel aan Petrus en de leerlingen om naar Galilea te gaan, daar zullen ze Jezus zien. Ook deze opdracht hebben de vrouwen blijkbaar niet uitgevoerd, “want uit vrees zeiden ze er niemand iets van.”
Het einde van het Marcusevangelie heeft altijd al verwondering verwekt. En als je er een Bijbel op naslaat, zul je zien dat er oude handschriften zijn waarin het einde veranderd is door toevoegingen
die er een mooier einde van maken. En dat is precies de reden waarom de bijbelgeleerden algemeen van oordeel zijn dat de versie die met vrees eindigt de echte versie van Marcus is. Die valt moeilijk uit te leggen en juist daarom moet die wel de juiste versie zijn.
Sjef van Tilborg, de helaas te jong overleden professor Nieuwe Testament aan de katholieke universiteit Nijmegen, heeft deze versie een keer gebruikt, toen hij in de Filipijnen op bezoek was en gevraagd werd een conferentie te geven. Het was nog in de tijd van President Marcos en de staat van beleg die hij had afgekondigd. De mensen waren bang; er woedde een gewapend conflict en het was moeilijk om je daarbuiten te houden. Neutraliteit werd door beide partijen niet opprijsgesteld. Hoe je dan als christen te gedragen? Hoe je angst te overwinnen en trouw te blijven aan je leerling van Christus zijn ?
Die vragen zijn precies de vragen waar het in het evangelie van Marcus om draait. Het eindigt in vrees en ontsteltenis als een uitdaging aan de lezers van het evangelie: je hebt het gehoord, de vrouwen vluchtten weg in angst en vrees: wat doe jij met jouw angst en jouw vrees? En heeft de Verrezene daar nog invloed op?
Daarbij valt te bedenken dat de drie vrouwen echt niet vreesachtig uitgevallen waren. Zij hadden Jezus toch maar tot op Golgotha gevolgd. Zij waren zichtbaar geworden voor de soldaten en voor de leiders van het volk die de terechtstelling van Jezus hadden bijgewoond om er zeker van te zijn dat hij werkelijk terdood was gebracht. Zij waren zichtbaar en kenbaar als volgelingen van Jezus.
Angsten overwinnen, daar doelt het evangelie op. Wat zijn onze angsten? Zijn we bang voor de dood? Bang om pijn te moeten lijden, fysieke pijn? Of zijn we bang om ons geheugen te verliezen en onze geestkracht kwijt te raken? Dement te worden en de controle over ons leven te verliezen?
En als we naar de samenleving kijken, bekruipt ons dan een gevoel van angst voor wat gaat de toekomst brengen? Krijgen we het coronavirus er wel op tijd onder? Voor onszelf en voor wie ons dierbaar zijn? Hoe gaat het klimaat zich gedragen? De aarde warmt op en de vrees bestaat dat we meer en meer met extreme weersomstandigheden te maken krijgen? Droogte, bosbranden, verwoestende stormen. Wat gaat er gebeuren metde solidariteit in de wereld? We hebben het gezien tijdens deze coronacrisis. De rijke landen kopen de vaccins op en bieden uitgebreide hulp aan het bedrijfsleven. De arme landen kunnen dat niet of veel minder. Zij moeten de pandemie grotendeels uitzieken met alle gevolgen vandien. Gaat het het egoïsme van de rijken het winnen van de solidariteit met de armen? En hoe komt onze wereld er dan uit te zien? Nog meer ongelijkheid en nog meer geweld? We leven nu al in een wereld van geweld: Myanmar, Jemen, Syrië, Mozambique. Geweld ook door drugscriminelen, niet alleen in een land als Mexico maar ook hier in Nederland. Waar gaat dit eindigen? Alles bij elkaar, redenen genoeg om bang te zijn en de toekomst met angst en beven tegemoet te zien.
Wat is het tegenovergestelde van angst? We moeten dan aan twee dingen denken. Aan de ene kant vertrouwen en aan de andere kant moed. Waar vertrouwen heerst, verdwijnt de angst. Dan geloof je er vast in dat alles goed zal aflopen. De Verrezene staat er garant voor. Hij leeft en hij gaat ons voor naar Galilea. Hij gaat ons voor naar de streek waar het allemaal begonnen is, waar Jezus begon te spreken over het Rijk van God, waar hij zijn eerste leerlingen verwierf en waar hij een beweging in gang zette, die op het kruis tot een abrupt einde leek te komen. Maar die beweging kan telkens opnieuw beginnen, want de Gekruisigde leeft en Galilea kan zich overal ter wereld voordoen. De Verrezene laat onze wereld niet in de steek. Hij laat ons niet in de steek. Op hem kunnen we vertrouwen en dat moet ons rustig maken en vrede geven.
Maar vertrouwen alleen is niet genoeg. Moed is ook nodig om de angst te overwinnen. Vertrouwen kijkt vooral naar de toekomst en geeft hoop dat het allemaal wel goed zal komen, maar op dit moment boezemt de situatie nog angst in. Er moet wat gebeuren en we moeten onze verantwoordelijkheid nemen.
Daar is moed voor nodig, zeker als je oud en zwak bent en nog maar zo weinig kunt. We moeten ons niet niet laten intimideren door de negatieve krachten in de wereld die altijd weer de overhand lijken te hebben. We moeten opkomen voor gerechtigheid en vrede. We moeten opkomen voor onze planeet en alle wezens die eruit weggeduwd worden. We mogen ons niet neerleggen bij het recht van de sterkste, maar steeds partij kiezen voor de kleinen, de minderheden, de achtergestelden en de verschoppelingen van deze aarde.
Dat is wat Jezus heeft gedaan in de Naam van zijn God-en Vader, en dat is waarom de dood Hem niet vast kon houden en wij hem nu als de Verrezene vieren. Hij roept ons op hem te volgen en nooit op te geven. Terug dus naar Galilea.
Het evangelie van Marcus eindigt in angst, vrees en ontsteltenis als een uitdaging aan ons om niet in onze eigen angsten te blijven hangen, maar daar bovenuit te stijgen. De Verrezene zal ons vergezellen. Hij die voor ons geleden heeft laat ons niet in de steek. Dat mogen we geloven en dat mag ons moed en vertrouwen geven. Amen.
Eerste Paasdag
Zondag 5 april
Overweging Ben Verberne msc
Een week geleden, Palmzondag, was een dag
van juichende mensen in volle straten.
Met Pasen staan we bij het lege graf.
We vieren iets waar we nooit over uitgepraat raken:
- over opstaan uit de dood en
- hoe te leven ‘aan de dood voorbij’.
Dat houdt ons bezig.
Want als je niet op de een of andere manier
bezig bent met dat opstaan uit de dood,
dan leef je alsof er niks gebeurd is,
dan gaat Pasen aan je voorbij.
Terwijl Jezus vaak gezegd heeft:
leven, het echte leven, begint met opstaan, hier en nu.
Wat hij daarmee bedoelde was voor de leerlingen van toen
zó ongehoord, zó nieuw,
dat ze het eerst niet goed begrepen, of beter,
dat ze het helemààl niet begrepen.
En voor ons is dat vaak net zo!
Het was nog donker, zegt Johannes,
toen de leerlingen naar Jezus’ graf gingen.
Het is donker in de tuin, en ook in hun hoofd en in hun hart.
Ze zien: het graf is léég.Wat betekent dat, vragen ze zich af.
Ze hadden, zegt Johannes, nog niet begrepen
wat de Schrift bedoelt met ‘opstaan uit de dood.’
Ze hadden natuurlijk de Schrift wel gelézen.
de Schrift, het grote verhaal over Gods omgaan met mensen
en over het omgaan van de mensen met God,
over leven als een woestijntocht
naar een beloofd land –
Ze hadden het wel gelézen, maar niet begrépen.
Waarom niet?
Omdat alleen Jezus, heel zijn leven,
laat zien wat de Schrift eígenlijk zegt.
Maria Magdalena is de eerste leerling die weet
dat er iets mis is met het graf: de steen is weggerold.
Ze waarschuwt de leerlingen:
Petrus en de andere,
die wel bemind is, maar verder naamloos blijft.
Die laatste komt het eerste bij het graf aan.
Hij laat Petrus voorgaan.
Die is immers de leider, de woordvoerder van de groep.
Hij heeft het meeste gezag.
Het graf is leeg.
Alleen de zwachtels en de zweetdoek liggen er nog:
de tekenen van dood en begrafenis.
Dat is alles wat is achtergebleven.
En als ook de jongste leerling naar binnen gaat, staat er:
dan ziet hij en gelooft.
Maar wàt ziet hij dan, wàt gelooft hij?
Dat Jezus uit de doden moest opstaan.
Alleen … op dat moment begrijpen zij het nog niet.
Petrus en Johannes, – ieder heeft zijn eigen taak.
Petrus kijkt en stelt de feiten vast;
hij is de betrouwbare getuige.
Maar het is de andere leerling die als eerste
echt ziet en gelooft –
Hij is een ander leven binnengegaan.
Wat en hoe, dat is niet duidelijk. –
Tenslotte keren ze weer naar huis terug.
Na dit verhaal over het lege graf,
lezen we bij Johannes nog andere verschijningsverhalen:
stuk voor stuk paasverhalen,
waarin Jezus ons tegemoet komt,
en steeds opnieuw herkennen we hem als de Levende:
- wanneer Maria Magdalena, Jezus in de tuin ontmoet;
- twee leerlingen die naar Emmaus op weg zijn,
hij loopt met ze mee
en ze herkennen hem in het breken van het brood;
- of aan het Meer, wanneer ze niets gevangen hebben
en toen daarna hun netten volliepen met vis,
zodat die bijna scheurden;
- en later toen hij voor hen uitging naar Galilea.
Letterlijk, het houdt niet op!
Pas aan het einde, als Johannes zijn brieven schrijft,
zegt hij: ik heb de Schrift begrepen.
In Jezus, een mens van vlees en bloed,
heb ik Gods spreken-vanaf-het-begin herkend.
Hij wás Gods eigen woord,
hij ís dat en hij zal dat blijven, tot het einde van de tijd.
Hij is het Mens-geworden Woord van God.
Heel de Schrift zegt uiteindelijk enkel dit:‘God heeft ons mensen lief’.
Hij heeft zich in liefde aan ons verbonden.
Onvoorwaardelijk geeft hij ons zichzelf, – zijn Geest.
En toch is Pasen nog niet voltooid,
- zolang er nog één mens is die verhongert,
- zolang er nog één kind is dat wordt misbruikt,
- zolang er nog één vluchteling is
- die aan z’n lot wordt overgelaten,
één mens die in eenzaamheid leeft en sterft,
- zolang er nog twéé mensen zijn die elkaar niet aankijken,
- zolang … ‘God nog niet alles in állen is geworden.’
Augustinus vat het samen:
als wij onze naasten niet liefhebben,
dan is Christus níet verrezen.
Hoè onze liefde eruit zal zien,
daarvan heeft Jezus ons het voorbeeld gegeven.
Door te leven zoals hij ons heeft voorgedaan,
worden wíj, hier èn wereldwijd,
het lichaam van Jézus
dat uit het graf verdwénen is
en uit de dood is opgestaan.
Ik wens u een zalig paasfeest toe.
Tweede Paasdag
Maandag 5 april 2021
Overweging van Wim Vergouwen msc
Naar aanleiding van de Lezingen: Handelingen 2,14.22-32
en Matteüs 28, 8-15.
In het evangelie van deze dag spelen twee vrouwen en een aantal bewakers een belangrijke rol:
– De vrouwen zijn bij het graf vanwege de band die ze hebben met
Jezus.
– De bewakers moeten de veiligheid van het graf verzekeren; en met wie in het graf ligt, hebben ze geen enkele band.
Maar bij het graf gebeurt iets, dat allen schrik aanjaagt. Matteüs spreekt over een aardbeving en een engel.
Jezus’ verrijzenis gaat voorbij aan de bewakers én hun opdrachtgevers, die de Blijde Boodschap van de verrijzenis proberen te ondergraven door de soldaten te laten vertellen, dat ze hun plicht verzaakt hebben en geslapen hebben, terwijl ze hadden moeten waken – en zó hadden de leerlingen kans gezien het dode lichaam ’s nachts te komen stelen. Met een flinke som geld worden de soldaten omgekocht om deze kletspraat rond te strooien. Ze bekommeren zich slechts om hun eigen positie en staan model voor een aantal mensen in hún en ook in ónze huidige maatschappij, die ook wel dergelijke praktijken kent…
De 2 vrouwen waren bij het graf en ontmoetten een engel. Zijn boodschap brengt hen tot het verstaan van wat er is gebeurd: tot geloof in Jezus Christus, die verrezen is. Het neemt hun vrees niet weg.
Maar er komt een dimensie bij: die van grote vreugde. De vrees blokkeert niet meer, maar doet hen helderder zien!
En dan treedt Jezus, de Verrezen Heer, hen tegemoet. Hij speelt in, op hun vrees-gevoelens door te zeggen: “Weest niet bevreesd. Zeg aan mijn broeders, dat zij naar Galilea moeten gaan en daar zullen ze Mij zien”. GEDREVEN DOOR GELOOF, door die persoonlijke band met Jezus, moeten zij en ook wij vervolgens op tocht gaan. Door hoop en vrees heen, zullen zij de Verrezen Heer zien.
Voor diezelfde levenshouding open staan: daartoe roept ook Matteüs óns op!