60 jaar priester
65 jaar geprofest
65 jaar geprofest – 60 jaar gewijd –
Op 1 april 2003 was ik twaalf en een half jaar jaar pastor in de parochie Grave.
Bij die gelegenheid was er een Woord en Gebedsviering in de Elisabethkerk.
Het Jongerenkoor zette in met het lied:
Wij allen hier verzameld
Op deze plaats bijeen
Zijn vol hoop en toekomstdromen;
In dit uur hier samen gekomen
In dit huis van glas en steen,
In dit huis van glas en steen.
Een ieder is hier welkom,
Geen mens staat hier alleen
Want de vreugde en de tranen
Delen we een uur lang samen,
In dit huis van glas en steen.
In mijn hart zou ik liever een ander lied gezongen hebben,
Dat begon met de woorden
Tastend en zoekend.
Maar ik waardeer ten zeerste dat het Jongerenkoor de zang verzorgde.
De meeste leden kwamen uit de wijk van de Christus Hemelvaart
Met een kerk uit de jaren zestig
En juist die moderne kerk was opgeofferd om de toekomst
Van de parochie in haar geheel veilig te stellen.
Drie jaar later nam ik afscheid; ik was 70 jaar geworden
En ik was ook op. In 2018 kreeg ik lichamelijke klachten.
Via de huisarts werd ik doorverwezen naar ziekenhuis Bernhoven in Uden.
Daar werd ik onderzocht door twee vrouwelijke artsen.
Ze prezen mij omdat ik heel ontspannen haar verrichtingen onderging
Maar, zeiden ze erbij: het ziet er niet goed uit voor u. Bij u is kanker ontdekt. Mijn reactie was:‘ Ik voel me bedroefd en dankbaar tegelijk.’ Bedroefd: in 1992 had ik een maagperforatie met buikvliesontsteking gekregen. Ik was doodziek geweest maar ik was er doorheen gekomen. Goddank. Daarna heb ik vele jaren vruchtbaar pastoraal werk kunnen doen. Nu leek het alsof ik in een soort herhaling zat. Na een aantal bestralingen volgde op 27 juli de operatie aan de endeldarm; er werd een stoma aangelegd en de poliepen in de blaas werden verwijderd. Op 1 augustus ging ik voor herstel naar Tilburg. Maar toen ik voor controle naar Uden ging en daar opnieuw poliepen gevonden waren, was het voor mij duidelijk: ik kan niet in Herpen blijven. Begin februari 2019 ben ik definitief verhuisd naar Notre Dame in Tilburg.
De twee gevoelens van dankbaarheid en droefheid overheersen mijn leven tot op de dag vandaag: de stoma roept een zielenpijn in mij op: ik voel me gekwetst in mijn binnenste; getekend als ik ben voor het leven. Tegelijk is er ook een dankbaarheid voor de eerbiedige zorg waarmee ik me omringd voel: ik mag er zijn met mijn handicap. Ik hoef maar op de bel te drukken of vrij spoedig word ik daarna geholpen. Nooit merk ik dat de roep ongelegen komt.
Op mijn bureau ligt een grammatica van het Bijbels Hebreeuws.
Na mijn vertrek uit Grave naar Herpen heb ik een aantal jaren Hebreeuwse les gevolgd. Om de veertien dagen of drie weken nam ik de trein vanuit Ravenstein naar Nijmegen. Vanaf het station naar het Titus Brandsma Instituut is maar een korte afstand. Ik leerde enkele hoofdstukken uit het boek Genesis lezen en vertalen. Hetzelfde deden we met een psalm. Rond de vertaalde psalm werd een viering gebouwd. Er was een bezinning bij en de psalm werd gezongen met een eenvoudige melodie. Ik bewaar een dierbare herinnering aan die periode. Ik sta er nog van te kijken dat ik het allemaal heb kunnen doen.
Tenslotte nog dit: jaarlijks organiseerde het Titus Brandsma Instituut een studieweek mystiek: vele jaren heb ik er aan deelgenomen: het was een genot om het mee te maken. Op deze manier heb ik verschillende mannelijke of vrouwelijke mystici leren kennen. Er was wel een probleem: ik viel tijdens de lezing door de inleider gemakkelijk in slaap, ook al duurde het maar drie kwartier. Achteraf heb ik me de vraag gesteld: zou de kanker al langer mij parten gespeeld hebben? En mij geleidelijk aan uitgeput hebben. Het zou me niet verwonderen. En toch, het leren kennen van deze begaafde mannen en vouwen heeft me zeldzaam goed gedaan. Met die schat ga ik de toekomst in.
Jacques Janssen