TOEN en NU
Laat ik beginnen met wat vroeger heette “het geestelijk leven”.
Als jongetje van 11/12 jaar stond ik op een keer achter in een lege, mooi versierde kerk, en ik vroeg mij af: wat steekt hier nou eigenlijk achter ? Via een jeugdvereniging werd ik enthousiast voor de figuur van Christus. Door een populaire kapelaan werd ik letterlijk groepen: “Ja, moet jij geen priester worden ?”
De vorming in de “”Apostolische School” heb ik met veel plezier doorgemaakt:: gevarieerd en boeiend genoeg in die oorlogsjaren.
In het noviciaat is mij in elk geval duidelijk geworden: het gaat om de liefde – dat is me bijgebleven.
In de opleiding filosofie ben ik daarop blijven doordenken en stiet zodoende op die rigide, levenloze seminarie-scholastiek. Ik voelde me beter thuis bij “L’ Action” van Blondel, ook al begreep er niet alles van – aardig is te weten dat een van mijn leerlingen nog onlangs is gepromoveerd op…Blondel – Ik studeerde namelijk steeds met hart en ziel en bepleitte eens in een artikel “Levend denken” (bedoeld: geëngageerd denken)
In de opleiding theologie boeide mij steeds meer de heilige Schrift en de geschiedenis van de vroege Kerk, ik las intussen de Griekse Kerkvaders. Onze “professoren” gingen mee in de golf van allerlei nieuwe gedachten en inzichten, het begon te gloren richting Vaticanum II. Ik dook diep in Thomas, las hem met hart en ziel, bijgelicht door wat nieuwere Thomistische visies. Heftig bestreden las ik – en kwam ik op voor – “Le surnaturel” van de Lubac (destijds bijna op de index gezet van verboden boeken). Als student in Nijmegen voedde mij steeds meer de heilige Schrift (Hebreeuws) en de vele verfrissende vernieuwingen in de theologie: zo zijn de uiteenzettingen van Schillebeeckx over de Eucharistie me altijd bijgebleven. Mijn specialisatie in de oud-christelijke Griekstalige literatuur bracht met zich mee dat ik me verdiepte in het bidden, het gebed in zijn vele vormen, ook in de geschiedenis van de liturgie in Oost en West.
Als leraar kon ik in en buiten de school meedoen in pastoraal werk en werd betrokken in de oecumenische beweging, alleen al gezien de samenstelling van ons docentenkorps en van de lieve jeugd die onze school bevolkte.
Inmiddels waren rond Vaticanum II flinke spanningen ontstaan in de communiteit waarin ik leefde. Al langer interesseerde mij de geschiedenis van met name het monnikendom, maar nu, in die conflictueuze sfeer drong het tot me door dat ik als christen geroepen was in en vanuit een gemeenschap te leven en te werken. Juist dat miste ik.
Als voorbereiding op een priesterjubileum (1978) wilde ik in retraite gaan, het werd TAIZé.,,,adoration et lutte….Het opleven met duizenden jongeren uit heel de wereld, de gebedsdiensten, de meditatieve zang, de trefzekere Bijbelbezinningen, het geheel greep mij ontzettend aan als een soort donderslag bij heldere hemel. Dit is het, dacht ik, dit is echt christelijk gemeenschapsleven, het antwoord op mijn gemis en mijn zoeken.
“Hier moeten wij iets mee doen”, met die woorden viel ik binnen bij Pim van Deenen, die al langer vertrouwd was geraakt met dergelijke ervaringen. Met enkele anderen begonnen we de Effeta-gemeenschap in Tilburg. Hoe ik in die golf van bezieling heb kunnen breken met een plezierige baan als leraar en met de communiteit in IJmuiden-Oost, dat is me nog een raadsel. Hoe ook: geleidelijk aan leefden verschillende jongeren met ons mee en even later sloot een bevriend, kinderrijk, gezin zich bij ons aan. Samen gebed, gesprekken, Bijbellezing, een simpele en aansprekende liturgie, maar vooral een gastvrije open deur – de vreemdste typen vielen bij ons binnen, we organiseerden gebedsdiensten in de Tilburgse parochies, talloze bezielende ontmoetingen met gelijkgezinden en zoekenden, vooral tijdens de jaarlijkse Taizé- bijeenkomsten tussen Kerstmis en Nieuwjaar in telkens een andere grote Europese stad. Over oecumenische beleving gesproken !
Daar kwam bij dat we kennismaakten met allerlei andere nieuwe christelijke gemeenschappen in en buiten ons land. Kortom heel veel liefs en soms smartelijk leed en teleurstelling, met elkaar gedeeld. Twintig bewogen jaren van mijn leven.
Intussen ben ik ook nog een aantal jaren pastor geweest in een Tilburgs parochieteam en gedurende 26 seizoenen toeristenpastor in een kapel op het Griekse eiland Kos. Dit bracht mij in contact met allerlei variaties van Christen- en kerkzijn in West en Oost. Dat voedde mij: die levende Kerk (in brede zin), die ik in vele hoeken en gaten heb leren kennen en meegemaakt, en ik ben er van gaan houden.
Rond de eeuwwisseling verdiepte ik mij in de 19e eeuwse kerk in Frankrijk, omdat ik als opdracht had gekregen mee te doen aan de ontsluiting van de geschriften van de Stichter, pater Jules Chevalier. Tegelijk deed ik nog al wat vertaalwerk en verrichtte andere diensten voor de Congregatie, en leefde zo met de Congregatie als geheel mee.
Als studentje (15) was ik – vreemd genoeg – gefascineerd geraakt door het Grieks en de Griekse Oudheid. Dat is heel mijn leven zo gebleven en kleurde mijn studie en mijn onderwijs, bracht mij ongeveer 30 keer in Griekenland en voedde mijn belangstelling voor de Oosterse liturgie en spiritualiteit en voor de geschiedenis van het monachisme. Op de uitnodiging om als priester te gaan fungeren in de Byzantijnse liturgie ben ik daarom graag ingegaan, ook al omdat ik al een tijd bezig was met Russisch (een langdurige affaire). Het een en ander heeft mijn beleving van het christen –zijn andere accenten gegeven: o.a. meer besef van de drie-ene God en van de Christus als de verrezene.
En nu ! – Ingesloten in de beperkingen van de oude dag ben ik blij met iedere poging tot wat meer authentiek gemeenschapsleven bij ons, tot gezamenlijke geloofsverdieping. In het bijzonder leef ik van de heilige Eucharistie en van het gezamenlijk gebed en boeit het mij hoe het Christendom geworteld is in de Joodse geloofstraditie.
Ik sta vlak voor de beëindiging van mijn aardse leven: wat valt me op, wanneer ik achterom kijk ?
Veel strengen zijn in mijn leven verknoopt geraakt, zoals het bovenstaande wel duidelijk maakt. De ontvouwing van mijn leven als christen, en dus als religieus en priester, is grotendeels geleidelijk verlopen, ik leefde mee op de golven van de tijd. De enige knik is geweest de “donderslag bij heldere hemel” in TAIZé.
Al bij al is het voor mij een bont en boeiend leven geworden, al moet ik bekennen dat ik te veel interesses heb gehad, ik was te nieuwsgierig en dat is me ook opgebroken
Hoe ook, na 75 jaren als religieus en 70 jaren als priester ben ik blij met al die belevenissen. Ze stemmen mij tot dankbaarheid tegenover de “Leidsman ten Leven” en tegenover degenen die mij, hoe dan ook, hebben voortgeholpen op mijn weg; dat zijn er velen geweest…. en in die stemming wil ik graag met mijn medebroeders onze jubilea vieren.
One comment
Jan
Allereerst mijn hartelijke gelukwensen met je jubileum 75 jaar missionaris van het H.Hart en 70 jaar priester Dank voor je levensverhaal Wij zijn elkaar af en toe tegengekomen. Ik bewaar nog steeds goede herinneringen aan de msc Eeen feestelijke dag