13 november 2022 (33e zondag door het jaar), de werelddag van de armen.
(voorganger p. Antoon Egging msc)
Thema van deze viering is “op je hoede”.
Eerste en tweede lezing: Maleachi 3,19-20a / 2 Thessalonicenzen 3,7-12.
Evangelie: Lucas 21, 5-19.
Beste medebroeders en zusters in Christus,
Ik heet u van harte welkom bij deze zondagse viering! Waar u zich ook maar bevindt. Is het hier in de kapel, op uw kamer of elders thuis. Het begint nu toch wel duidelijker te worden dat de winter in aantocht is. De bladeren vallen volop van de bomen, de dagen worden korter, de verwarming moet nu echt aan. Ons leven verplaatst zich van buiten naar binnen. In dit jaargetijde worden we noodgedwongen meer en meer teruggeworpen op onszelf. Het is een tijd van bezinning, een tijd van ‘in jezelf keren’ en van ‘op je hoede’ zijn. Bij ouderen, armen, langdurig zieken, vluchtelingen en andere kwetsbare mensen in de samenleving gaat dit niet zelden gepaard met een gevoel van eenzaamheid, in de steek gelaten en zich daarom ook machteloos of nutteloos voelen. Deze zondag ‘de werelddag van de armen’, doet een passend beroep op ons als christen om de ogen niet te sluiten voor onze naaste in moeilijke omstandigheden. Het is moeilijk uit de greep van de armoede te ontkomen zonder begrip en zonder hulp van buitenaf. We bidden vandaag voor hen, maar we mogen daarbij niet vergeten dat Gods handelen op aarde via onze eigen opbeurende handen moet gaan, een daad van barmhartigheid.
Overweging.
Wanneer de dagen korter worden en de nachten langer; wanneer de bladeren van de bomen grotendeels gevallen zijn, begint een koud en meer somber jaargetijde.
Buiten kan het herfstzonnetje nog wel voor wat stemming zorgen, maar bij voorkeur trekken we ons veilig in huis terug waar het aangenamer vertoeven is. Mensen zijn in deze tijd meer op zichzelf aangewezen. Deze tijd nodigt ons uit tot meer zelfreflectie, om na te denken over het wereldgebeuren, de algemene stand van zaken, maar toch vooral ‘hoe en waar staan we zelf in het leven’.
Dus… wat betekent het leven voor mij persoonlijk. Het leven kan ingrijpend veranderen. Soms vertroebeld worden door sombere gedachten. Heel begrijpelijk dat die opborrelen als we niet blind willen zijn voor wat er om ons heen gebeurt. Oorlog, vluchtelingen, uitgaven die de pan uit rijzen, daar worden we mee geconfronteerd. Maar moeilijke omstandigheden zijn te overbruggen als we ergens ook weer nieuwe kracht en inspiratie vandaan krijgen!
En…… hoop en vertrouwen op een goede toekomst mogen we als christen zeker blijven koesteren. Elkaar bemoedigen en niet bij de pakken neerzitten. Ja, hoe staan we in dit leven en wat doen we ermee!! Er zijn persoonlijke zorgen, maar ook zorgen waar we allemaal bij betrokken zijn zoals zorgen over de klimaatsverandering. We kunnen als mens het proces naar de ondergang van deze aarde beïnvloeden. Het kerkelijk jaar loopt nu langzaam op zijn einde en de lezingen van deze zondag zinspelen op het eind der tijden. In de eerste lezing maakt de profeet Maleachi ons erop attent dat er een dag zal komen ‘die als een oven brandt’. We kennen dag nog uur dat de Mensenzoon komt. Dit alles is geen reden om dan ‘maar niets te doen, maar wel overal commentaar op leveren’, schrijft Paulus aan de jonge christen gemeenschap in Thessaloniki.
Vandaag worden we er in het evangelie ook op gewezen waakzaam te zijn: ‘Wees op je hoede dat gij niet in dwaling gebracht wordt’. Je moet je niet laten meesleuren door doemdenkers of ‘fake-berichten’. En we hoeven daarvoor óók niet naar een ander te wijzen en zelf passief blijven, want we kunnen nog heel veel voor elkaar betekenen: Bouwen aan een betere wereld en zo bijdragen aan de komst van Gods rijk op aarde. Over de moeilijkheden op het eind der tijden horen we als volgt: ‘En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan. Dat alles moet wel eerst gebeuren maar het einde volgt niet terstond’.
Laat dit nu een troost zijn. Al klinkt het nu zo actueel met de oorlog in Oekraïne heus wel bedreigend. We worden op de proef gesteld, maar je hoeft je niet te laten afschrikken. We hebben nog tijd en laten we die ook goed gebruiken. ‘Door standvastig te zijn, zult ge uw leven winnen’, met die woorden eindigt de evangelielezing van vandaag toch nog positief.
In alle drie de lezingen wordt ons voorgehouden niet bij de pakken neer te zitten.
Maar hoe dan? Wat moeten we doen? Het vraagt wel om een concrete invulling. Om ons heen zien we de nood steeds groter worden. Oorlog is niet meer iets van verre, waardoor we zelf helemaal buiten schot blijven. Het raakt ons en we worden geconfronteerd met een stroom vluchtelingen vanwege oorlog of hongersnood in hun thuisland. Ook hier in Nederland zijn er mensen die onheus bejegend (gediscrimineerd) worden, onder de armoedegrens leven en de noodzakelijke rekeningen niet meer kunnen betalen.
Dit alles vraagt om een meer sociale houding, meer oog hebben voor elkaar. Gelukkig zijn er in dit jaargetijde opvallend veel volksfeesten, die toch een grote warmte uitstralen en die hun oorsprong in de christelijke traditie hebben. Die de onderlinge band verstevigen en zo ook iets van de somberheid weg kunnen nemen. Gisteren was dit jaar al weer de eerste ontvangst van Sinterklaas, waar veel kinderen best wel een frisse neus voor over hadden. Voor kinderen is dit gebeuren opvoedkundig heel waardevol. Het spoort hen aan goed en braaf te zijn en dàt wordt beloond (wie zoet is krijgt lekkers…). Eergisteren, op de 11de van de 11de, vond met name in het Zuiden van het land ook de feestelijke presentatie plaats van de nieuwe prins Carnaval. Traditioneel is dat op de feestdag van St. Maarten oftewel de H. Martinus. In enkele katholieke streken van het land is er dan de traditie dat kinderen al zingend van huis tot huis trekken. En daarvoor in de plaats iets lekkers krijgen. Oorspronkelijk waren het arme kinderen die samen groepsgewijs de huizen aandeden van de beter gesitueerden.
Sint Maarten is de beschermer van de armen. Hij werd geboren in de Romeinse provincie Pannonia, het tegenwoordige West Hongarije als de zoon van een welgestelde Romeinse legerofficier. Toen hij zelf ook in militaire dienst trad en op tocht ging, ontmoette hij een van kou bibberende bedelaar. We kennen het verhaal nog wel, nietwaar! Door medelijden bewogen sneed hij zijn mantel in tweeën en gaf de helft aan die arme bedelaar, zodat hij zich daarmee kon bedekken. In een droom zag Martinus de volgende nacht Christus gekleed in de door hem weggegeven helft van zijn mantel. Martinus verliet het leger, werd christen, trok predikend rond en werd later de bisschop van Tours in Zuid Frankrijk. Zo brengen de laatste weken van het kerkelijk jaar ons niet alleen een beter besef bij van de eindigheid van ons leven en van deze wereld, maar ook hoe we ons leven op een goede manier kunnen invullen. Het is nodig om oog te hebben voor het leed van anderen en daadwerkelijk hulp te bieden aan armen, een waar teken van barmhartigheid.
We kunnen verrassend genoeg op een bijzondere manier aan onze opdracht voor liefde en barmhartigheid herinnerd worden in iedere kapel.
De cappa, de halve mantel van de Heilige Martinus, werd na zijn dood opgeborgen in een speciaal heiligdom in Tours en dit werd in de middeleeuwen een druk centrum voor pelgrimage. Deze plaats werd daarom cappella genoemd d.w.z. de plaats van het manteltje van Sint Maarten. Later werden alle plaatsen voor pelgrimage en kleine gebedsruimtes (zoals hier) ook ‘kapel’ genoemd. AMEN