Overweging B5 Veertigdagentijd 2024. Door Ton Zwart
- Johannes lijkt de wreedheid van het kruis ontkracht te hebben. Hij doet dat op verschillende manieren. Johannes ziet bijvoorbeeld de kruisdood van Jezus als het sterven van het zaad. Het zaad gaat dan wel ten onder, maar het breekt open om vrucht te dragen. Of, zoals hij ook suggereert, de kruisdood van Christus is als een gevecht met de vorst van deze wereld en die vorst zal de strijd verliezen en buitengeworpen worden. Of nog anders gezegd, de kruisdood wordt als een verheffing gezien, een verheerlijking, niet alleen van Jezus zelf maar van de velen die hij tot zich kan trekken.
Johannes laat ons de kruisdood niet zien in al zijn wrede realiteit. De schreeuw van Marcus: Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten, komen we bij Johannes dan ook niet tegen. Voor hem is het kruis eerder een ingaan in de Vader, een terugkeer naar de Vader, dan een ingaan in de dood. - Toch is, denk ik, die tegenstelling tussen het kruis als een martelwerktuig en het kruis als verheerlijking maar schijn. Johannes was tenslotte op Golgotha aanwe¬zig, hij heeft Jezus werkelijk aan het kruis zien hangen. Hij hoefde niet herinnerd te worden aan de verschrikkin¬gen van een kruisiging. Hij had die met eigen ogen gezien, ze stonden op zijn netvlies gegrift. Waarvan Johannes overtuigd moest worden was dat die verschrikking, dat afschuwelijke einde geen echt einde was, dat er zelfs op dat dieptepunt een weg naar boven was en dat Jezus die weg begaan had.
Met ons ligt het misschien precies andersom. We praten misschien te gemakkelijk over de opstanding uit de dood, over de overwinning op alle kwade machten. De dood kan dan niet genoemd worden, zonder er meteen het eeuwig leven aan toe te voegen. Misschien moeten wij eerst een tijdje bij die kruisdood blijven staan en de verschrikking ervan tot ons door laten dringen. - Het kruis is namelijk geen afgesloten hoofdstuk. Het kwaad is de wereld nog lang niet uit. Wat er in onze wereld aan wreedheden heeft plaatsgevonden, en nog plaats vindt, gaat ons bevattings¬vermogen te boven. Je moet het van je af houden om er niet zwaarmoedig onder, moedeloos van, te worden en alle geloof in de mensheid te verliezen. En zoals altijd worden die wreedheden begaan ter verdediging van het volk, de natie, het vaderland, het gezag, de onderdrukte klasse of zelfs de godsdienst. Op zich allemaal goede zaken die tot absoluutheden worden verheven en dan lijken alle remmen weg te vallen.
- Dat is het kruis van vandaag, mensen die elkaar naar het leven staan, die weigeren om elkaar als gelijken te ontmoeten, die zich rechten toe-eigenen of privileges voor zich opeisen, die hen boven de anderen verheft. In het rijke westen kunnen wij er ook wat van. Een derde deel van de wereld heeft zich twee derde deel van alle natuurlijke hulpbronnen toegeëigend en weigert om de aldus verworven rijkdom ruimhartig te delen. De grenzen dicht is het parool en de schuldenkwijtschelding gaat maar mondjes¬maat.
- Het kwaad zit diep, heel diep, het lijkt wel onuitroeibaar, een hopeloze zaak. Johannes ziet het kruis van Christus ondermeer als een strijd met de vorst van deze wereld. Hoe kunnen we ons dat indenken? Ik zie het het liefst zo. Machtslust, afgunst, geldzucht hebben Jezus aan het kruis gena¬geld. Dat waren de krachten die Jezus dood wilden zien en nergens voor terugschrok¬ken: omko¬ping, een schijnproces en chantage op Pilatus. Jezus had misschien kunnen terug¬vechten. Hij had misschien zijn populariteit kunnen omzetten in een privéleger, een lijfwacht, bereid om hem te beschermen en geweld met geweld te beantwoorden. Maar dat was zijn keuze niet. Jezus bleef de kwetsbare, het lam zonder horens, zonder verdediging, ¬degene die weigert zich tegen zijn medemensen te keren, ook als die hem kwaad berokken. Op deze wijze werd de vorst van deze wereld overwonnen, want die bleek geen macht over hem te bezitten, kon hem niet verleiden op dezelfde manier te werk te gaan als hij en zijn machtsmiddelen in te zetten.
- De weg van Jezus wordt als de enige weg afgeschilderd. De wereld zal niet veranderen zolang we niet bereid zijn zijn levensdevies tot het onze te maken: Wie zijn leven bemint verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat zal het ten eeuwige leven bewaren. Het leven verliezen is een pijnlijke zaak, het kan diepe wonden slaan en zelfs tot de verschrikking van het kruis leiden. Maar alleen hij die bereid is zichzelf te verliezen, alles op te geven, kan hopen op de verrijzenis, kan er op vertrouwen met Christus mee getrokken te worden omhoog in zijn leven, dat leven dat bij God is en daarom eeuwig leven.
AMEN.