5 september 2021
Homilie op de 23e zondag door het jaar 5 september 2021
Lezingen: Jes.35,4-7a psalm 146 Jac.2,1-5 Mc. 7,31-37
door P. Rozemeijer msc.
Het enige vreemde woord in dit stukje evangelie nl. “Effata” is juist voor Jezus’ tijdgenoten een heel vertrouwd woord. Het is nl. een aramees woord, en het aramees was de gewone omgangstaal in die tijd. Effata. Een van de weinige woorden waarvan wij zeker weten dat Jezus het uitgesproken heeft. Voor ons heel bijzonder dus dat het bewaard is gebleven. Wat het betekent staat er vlak achter: “ga open”. Ach, allemaal mooi en wel maar waarom dat omslachtig gedoe, waarom niet meteen geschreven: ga open…Zou het niet zijn, medegelovigen, zou het niet zijn omdat heel dit wonderlijk verhaal rond de doofstomme juist draait om dat woordje “effata”. Over het hoofd van die doofstomme zegt Jezus tegen iedereen, tegen ieder van ons: “Ga open”!…open je oren om te horen wat Ik je te zeggen heb…ga open en laat Mij toe in het diepst van je innerlijk…ga open voor degenen die God lief heeft nl. al je naasten, in het bijzonder gehandicapten, armen, weduwen en wezen, Gods lievelingen. De Bijbel is daar heel duidelijk over. De antwoordpsalm van vandaag ps.146 onderstreept dat nog eens. En ook kwam de tweede lezing van Jacobus goed uit: een schitterende karikatuur van ons omgaan met elkaar:een rijke en een arme komen een zaal vol mensen binnen. Haarscherp registreert Jacobus de reactie van de mensen, namelijk hoe welkom een keurig gekleed heer is met veel goud aan zijn vingers: een ereplaats krijgt hij. En hoe zuinig een armoedig gekleed iemand gedoogd wordt: hij mag op de grond zitten! Een kwaadaardige discriminatie noemt Jacobus dat.
Wij moeten erkennen dat Jacobus de vinger op de zere plek legt, ook bij ons! Het is toch zo dat ook wij wagenwijd openstaan voor hooggeletterden of hooggeplaatsten, rijdend in dure wagens en wonend in prachtige villa’s. En we vertellen trots in onze vriendenkring hoe wij ons bewegen in die kringen, zodat onze toehoorders ons bewonderend kunnen aanstaren… Niemand vertelt trots over zijn omgaan met armoedzaaiers, niemand vertelt trots over wat hij doet als iemand hem op straat om een euro vraagt, of wat hij doet als een kennelijk geestelijk gehandicapte hem zomaar op straat luidruchtig aanklampt. We generen ons dan en weten niet hoe vlug we ons van zulke lui moeten ontdoen. We praten er met niemand over, met andere woorden zò doofstom zijn wij tegenover zulke mensen! Jezus zucht en zegt: gaat open…
Hebben we zelf geen familie of collega voor wie wij doof en stom zijn dat wil zeggen met wie we geen contact meer willen hebben. Natuurlijk zal er wel een reden voor zijn. “Er is in het verleden teveel gepasseerd” zeggen we dan… Maar Jezus zucht en zegt: effata, ga open! Hij wil dat wij open gaan voor elkaar en zo Zijn Rijk van Vrede hier op aarde mee helpen opbouwen.