INLEIDING
We openen deze viering in de naam van Hem die ons vanmorgen samenroept: Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.
Goede morgen, U in de kapel
en u die via de techniek verbonden bent:
op uw kamer of thuis.
Verleden week hoorden wie Jezus is:
“Ik ben de Goede Herder” zei hij,
En we hebben daar samen over nagedacht.
Vandaag openbaart hij zich met de woorden:
Ik ben de wijnstok.
De wijnstok is inderdaad van ouds een krachtig beeld
van de intense verbondenheid tussen God en ons,
zijn volk.
Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken – zegt Jezus.
Door de stam en de ranken vloeit één en dezelfde levensstroom,
Een levensstroom die vrucht draagt in de druiven.
Een en dezelfde levensstroom verbindt ons met God,
met Jezus en met elkaar.
Het is een persoonlijke verhouding,
die ons van binnen raakt.
Zonder die verbintenis zijn wij nergens.
We zijn ook verbonden met elkaar
op een manier die veel verder gaat
dan alleen maar elkaar helpen in praktische zaken,
hoe belangrijk dat ook is.
Aan het begin van onze viering
staan we daar een moment bij stil:
Wat roept het beeld van de wijnstok op bij u?
(Stilte)
LEZINGEN
Handelingen 9, 26-31
1 Johannes 3, 18-24
Johannes 15, 1-8
OVERWEGING, Rijke vrucht dragen. Door Ben Verberne msc
Twee weken geleden was het voor veel mensen feest hier in Tilburg. Luid toeterend trok een konvooi van meer dan 100 vrachtwagens door de straten van de stad om kinderen met een handicap een onvergetelijke dag te bezorgen. En daar zaten ze dan hoog in de cabine, met hun koppetjes, rood van de spanning. Zo werden ze rondgereden door de straten van Tilburg en door hun eigen buurt, toegejuicht door oma’s en opa’s, ouders, vriendjes en buren. ’t Was de dag van hun leven! Ik roep dit in herinnering, omdat deze jaarlijkse gebeurtenis niets minder is dan het resultaat, de vrucht, van een humane samenleving. Ook dit is mogelijk vandaag!
Vrucht dragen – rijke vrucht, is het thema van onze viering vandaag. Dat wij “vrucht dragen in overvloed” is immers de verwachting die de Vader koestert van hen die verbonden zijn met Jezus, de wijnstok.
Wanneer hij voor het laatst met zijn volgelingen aan tafel zit, vertelt Jezus de parabel over de wijnstok. Eerst stelt hij ons gerust en zegt dat we niet bang hoeven te zijn: we zijn immers opgenomen, zegt hij, in één grote beweging van liefde, – één levensstroom die zijn oorsprong heeft in de wijnstok. Zo heeft Vader, de wijngaardenier, het gewild: dat wij verbonden blijven met de wijnstok en vrucht dragen.
Dit is een gelijkenis, een parabel, die uiterst actueel is, juist nu er vandaag zoveel mensen alleen staan en er méér dan ooit gesproken wordt over eenzaamheid. Deze eeuw wordt wel eens “de eenzame eeuw” genoemd. En tegelijkertijd is het heel moeilijk te spreken over eenzaamheid. Er rust een taboe op, want mensen staan op hun privacy. Het één hangt met het ander samen.
Ik hoorde over een ondernemer die een bedrijfsjubileum wilde vieren met een uitstapje en een etentje voor het hele personeel. Maar de werknemers dachten daar anders over. Zij lieten weten dat ze veel liever een extra vrije dag hadden en dat ze de 150 Euro per persoon voor dat uitje, liever in eigen zak staken.
Dat past helemaal bij de cultuur van vandaag: ‘ieder voor zich’, ieder zijn eigen uitstapje, zijn eigen vertier. En datzelfde geldt vaak als mensen komen te overlijden. Dan lees je vaak: ‘Geen bloemen, liever geen bezoek’, met andere woorden: ieder zijn eigen verdriet.
Niet alleen het plezier, maar ook het verdriet verwerken we liever voor onszelf. Dan zijn we tenminste niet afhankelijk van elkaar… Ik vermaak mezelf. Ik troost mezelf. Ik vergeef mezelf…
Anderzijds wordt er geappt bij het leven – we verlangen naar verbondenheid en we zoeken er heftig naar, maar naar een ‘verbondenheid op afstand’. – De eenzame eeuw!
Zoveel mogelijk onafhankelijk zijn van elkaar, is dat een levensideaal? De parabel van de wijnstok vertelt ons een ander verhaal! Het verhaal van de wijnstok zegt dat er alleen leven is, als we verbonden blijven met elkaar en met Christus, en via hem met de Vader. Alleen dan krijgen we genoeg zuurstof om te ademen, genoeg energie om volop te leven.
De gelijkenis gaat zelfs nog een stap verder: de wijnboer bindt de ranken op, zodat ze genoeg licht krijgen en kunnen groeien. En als de tijd gekomen is, snoeit hij de ranken, zodat ze optimaal vrucht kunnen dragen.
Blijf in mij, zegt Jezus, dan blijf je verbonden met de hemel en de aarde, met de Vader en met elkaar. Dan zul je ademen, groeien en vrucht dragen. Nergens is die verbondenheid zo intensief als wanneer we Eucharistie vieren. Daar vormt Gods Geest ons tot gemeenschap. Het is de Heilige Geest die ons aan elkaar verbindt.
Ik vind dat prachtig verwoord in een van de eerste liederen van Huub Oosterhuis. De meesten van ons kennen dat lied, want we zijn ermee opgegroeid. Het is een lied dat speciaal geschreven lijkt voor deze zondag: “Het lied van de wijngaardenier”. Het eindigt aldus:
Blijft in mijn liefde, zoals Ik in de Vader blijf,
gij zult vol vreugde zijn.
Bidt om de Geest,
om het brood en de wijn.
En al wat Gij de Vader vraagt
zal u gegeven zijn.