OVERWEGING 23e zondag door het jaar C. Wim Vergouwen msc
We hoorden in de eerste lezing levenswijsheid meedelen, – en dat als vrucht van ervaring én bezinning op het leven. De tekst houdt ons voor, dat we het hemelse onmogelijk kunnen kennen, als God Zélf niet die wijsheid geopenbaard had. Dat blijkt uit een vergelijking met het aardse: “Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld; en wat voor de hand ligt kost ons nog moeite; hoe zouden we dan het hemelse kunnen verstaan?”. Het aardse is vaak al moeilijk te kennen, dus het hemelse helemaal! Maar God heeft het láten kennen: Hij heeft de wijsheid geschonken om daarbij te rade te gaan. Als een mens helemaal zelf zou moeten uitzoeken, hoe hij het beste zou kunnen leven, kwam hij er niet uit. Maar nu heeft God dat geopenbaard. “Rechte wegen gaan” is namelijk: zo leven, dat je echt gelukkig wordt. Met Gods wijsheid is dat nu mogelijk en zoekt de mens niet tevergeefs.
= In het evangelie horen we, wat het betekent om ‘leerling van Jezus’ te zijn. Als je naar Hem toekomt, wéét dan waar je aan begint. Want dat houdt in, dat je álles in je leven minder belangrijk vindt dan die band met de Christus.. De band met Christus moet bovenaan staan. Al het andere moet je ‘haten’, zou je in ónze taal kunnen uitdrukken met ‘al het andere moet je minder belangrijk achten’ ‘al het andere moet je ondergeschikt maken aan de band met Christus’. Deze woorden kwamen hard aan bij de mensen rondom Jezus: het waren er vélen die met Hem meetrokken. Jezus had hen wat te bieden. Veel mensen had Hij op wonderbare wijze genezen. Anderen waren begeesterd door zijn menslievende woorden. En aan velen had Jezus hoop gegeven. Men wilde daarom méér van Jezus weten. En dan ineens die harde, radicale eis: álles ondergeschikt maken aan jouw band met Christus, je kruis dragen en Hem volgen! Als je dat niet doet, kun je zijn leerling niet zijn! Een echte leerling van Jezus krijgt geen gemakkelijk leven, zoals Jezus het Zélf ook niet gehad heeft. Wie Hem nu tóch wil volgen, moet zich wel bezinnen op waar hij aan begint. Ook dát is echte wijsheid! Jezus maakt twee vergelijkingen die iedereen kan begrijpen: eerst die van een boer die een silo wil bouwen – en vervolgens die van een koning die een oorlog denkt te moeten voeren. Ze zullen zich eerst moeten bezinnen en moeten weten waaraan ze beginnen. Ze zullen ook moeten denken aan de gevolgen van hun besluiten en handelen .Zo moeten zij, die leerling van Jezus willen worden of zijn, zich goed moeten realiseren, waar ze aan beginnen. Een echte leerling van Jezus zal zich niet hechten aan bezit, aan goederen en relaties. Hij leeft onthecht. Dat moet je niet zien als onderwaardering. Maar de leerling van Jezus doet er voor zichzélf vrijwillig afstand van, ter wille van de nauwe band die hij heeft met de Christus die hij van nabij wil volgen.