4de Zondag van Pasen
Roepingenzondag (Ton Zwart msc)
- Roeping heeft te maken met Jezus Christus achternagaan. Roeping is daarmee breder dan alleen de roeping tot het religieuze leven of tot het priesterschap. Het is de roeping om christen te zijn, om je te laten inspireren door Jezus Christus, door zijn woorden en daden, door zijn leven en sterven. De roeping tot het religieuze leven en tot het priesterschap is daarvan enkel een bijzondere uitwerking, via de drie religieuze geloften of via het priesterlijke celibaat. Maar die uitwerking mag nooit verduisteren waarom het gaat, mag nooit verworden tot een hogere stand in de kerk of tot clericalisme. Helaas is dit wel gebeurd en gebeurt het nog steeds en iemand niet minder dan paus Franciscus heeft hier tegen geprotesteerd, en stevig ook.
- Waartoe roept Christus op? Waartoe roept Christus ons op? Wat betekent het om hem als christen achterna te gaan? De lezingen van vandaag hebben daar het nodige over te zeggen. Het evangelie bijvoorbeeld maakt een tegenstelling tussen de goede herder en de dieven en de rovers. En het zegt dan: als je je bij Jezus aansluit dan vlucht je automatisch weg van dieven en rovers. Je wilt dan niets met hen te maken hebben. Naar hen wil je niet luisteren, je gaat alleen de Goede Herder achterna.
- Dit klinkt allemaal mooi en aardig, maar er zit een andere kant aan. De Bijbel is geen zoetsappig boek. Het gaat altijd over gespannen situaties. De Bijbel wil bemoediging brengen, dat wel, maar altijd bemoediging in moeilijke omstandigheden, een aansporing om vol te houden. De tweede lezing van vandaag is daar een voorbeeld van. Petrus spreekt over het geduldig verdragen van het lijden dat christenen wordt aangedaan vanwege hun goede daden. Er valt eigenlijk niets op die christenen aan te merken. Ze zijn het tegendeel van dieven of rovers. Ze weigeren juist om zich neer te leggen bij het gebrek aan gemeenschapszin in een samenleving. Ze streven er juist naar om het liefdesgebod van Jezus Christus serieus te nemen. Dat roept wrevel en tegenstand op bij mensen die vooral op hun eigen voordeel uit zijn, die weinig rekening houden met anderen en geneigd zijn hen te gebruiken om er zelf beter van te worden.
- Dat soort mensen houdt niet van waarachtige christenen. Ze beschouwen waarachtige christenen als criticasters die zich moreel boven hen verheffen. Ze voelen zich door hen veroordeeld. Zij voelen zich als slechte mensen weggezet, terwijl die christenen vanuit de hoogte op hen neerkijken. Dat pikken ze niet en ze gaan tot actie over. Deze christenen moeten een lesje geleerd krijgen en, als het kan, moeten ze volledig uitgeschakeld worden.
- Petrus zag dit gebeuren met Christus zelf. Hij had geen zonde gedaan. Er werd in zijn mond geen bedrog gevonden en toch werd hij aan het kruis genageld. De onschuldige werd toch schuldig verklaard. Blijkbaar was zijn onschuld onverdraaglijk, was het onverteerbaar om zo’n voortreffelijk iemand in je nabijheid te hebben. Hij herinnerde je maar aan je eigen tekort. Daarom moest hij verdwijnen, een hele opluchting.
- Tegelijkertijd wordt deze Jezus door Petrus aan zijn christenen als voorbeeld gegeven. Zij moeten in zijn voetstappen treden. Want die Jezus die werd uitgescholden schold niet terug . Hem werd leed aangedaan en hij uitte geen dreigementen. Hij liet het oordeel aan zijn Vader over. En Petrus zegt nog iets meer. Hij zegt ook dat Jezus op deze manier onze zonden heeft gedragen en dat zijn striemen genezing hebben gebracht. Wonderlijke woorden die maar moeilijk te vatten zijn.
- Het wordt misschien wat begrijpelijker als we bedenken, wat Jezus aan het kruis heeft gebracht, heel concreet. Waarom werd Jezus aangeklaagd? Waarom mocht hij niet leven, waarom moest hij dood? Was het niet omdat hij een andere samenleving voor ogen had dan de gangbare? Was het niet omdat hij zieken, lammen, bedelaars, tollenaars en zondaars als volwaardige leden van het rijk van zijn Vader beschouwde? In ieder geval hadden zij de potentie om dat te worden en daarom mochten zij nu niet uitgesloten worden. Jezus gaf om hen, zozeer zelfs dat de sabbat geen belemmering mocht zijn om hen binnen te halen.
- De striemen die Jezus ontving, de nagelen die in zijn handen en voeten werden geslagen, de doornenkroon die op zijn hoofd werd gedrukt, zijn allemaal het gevolg van de kwaadwilligheid van hen die in hem een bedreiging zagen voor hun positie. Zij zijn het gevolg van de afgunst van de leiders van het volk, van de lafheid van Pilatus en de angst van het volk die niet tegen hun leiders durfden ingaan. Dat zijn de zonden die Jezus aan het kruis geslagen hebben en dat zijn ook de zonden die Jezus zonder schelden heeft verdragen.
- In de eerste lezing van vandaag gaat Petrus op deze situatie in. Hij richt het woord tot de menigte die samengestroomd was op de dag van Pinksteren. Hij neemt geen blad voor de mond. Hij beschuldigt de menigte ervan dat zij Jezus gekruisigd hebben, maar, zegt hij, er is hoop. Laat je dopen in de naam van de Jezus die jullie gekruisigd hebben en sluit je bij hem aan. Red je uit dit ontaarde geslacht en alles zal vergeven zijn.
- Waar is het uiteindelijk om te doen, als je je bij Jezus aansluit? De evangelielezing van vandaag zegt het duidelijk op het eind: het gaat om leven in overvloed. De dieven en de rovers komen alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen. Die zich bij Jezus aansluiten weten zich geroepen om leven te geven, leven in overvloed, niet karig, niet zuinigjes, maar ruimhartig en volop. Dat is in het kort de christelijke roeping: leven geven in overvloed.
Is dat het niet waard om je voor in te zetten, om je daarvoor helemaal te geven, zoals Jezus gedaan heeft?
Amen.