Preek 30 juni 2024

LEZINGEN
Wijsheid 1, 13-15. 2, 23-24
2 Kor. 8, 7-9.13-15
Markus 5, 21-43

OVERWEGING – “Geloven is opstaan” door Ben Verberne msc
Vandaag staan twee mensen in het middelpunt.
De een is nog maar een kind;
de ander: een volwassen vrouw.
Geen van tweeën komt toe aan echt ‘leven’.

De vrouw is door haar ziekte gestigmatiseerd.
Al twaalf jaar leeft ze weggemoffeld in de marge van de samenleving, veroordeeld tot een leven buiten het zicht van alles en iedereen.
De Joodse wet legt haar tal van verplichtingen op.
Die verplichtingen maken het leven haast onmogelijk.
Maar … ze heeft iets opgevangen over een jonge rabbi.
Voor hem – tenminste … zo gaat het verhaal – is niet de Wet van Moses het laatste woord, maar de wet van de liefde:
‘God beminnen met heel je hart en je naaste als jezelf’.
Dìe rabbi is haar laatste strohalm!
Ze moèt en ze zàl naar hem toe om hem aan te raken!
Dwars door de menigte heen baant ze zich een weg naar hem toe en van achteren raakt ze zijn kleren aan.
En op datzelfde moment vòelt Jezus dat er een kracht van hem uitgaat: ze wordt – staat er dan – ‘gered’.
Niet ‘gereinigd’ maar ‘gered’, want hij was gekomen ‘om te redden wat verloren was’.
Dàt is zijn zending! Zó luidt zijn naam: Jezus betekent: ‘de Heer redt’.
Zijn naam zegt wie hij is.
Zijn naam is het programma van zijn leven.

En van haar geldt voortaan hetzelfde: ‘Dochter van Israël’ wordt ze genoemd, want geloof heeft haar gered.

Ze heeft zich nog niet omgekeerd of er komt alweer een ander om hulp.
Nu de beheerder van de synagoge daar in de buurt.
Hij is de wanhoop nabij vanwege zijn dochtertje.
Het kind is terminaal, – opgegeven.
Hij is bereid om tot het uiterste te gaan, want het gaat om zijn kind, en voor dat kind is niets hem teveel!
En dan … terwijl hij voor Jezus staat, komt er bericht dat ze dood is … het is al te laat!
In zijn verdriet probeert hij het nog één keer: hij bidt en hij sméékt Jezus met hem mee te komen en het kind zijn handen op te leggen …
als er tenminste nog wat te redden vàlt!
Jezus komt mee, pakt het kind bij de hand, en zegt ‘Sta op’ en ze stààt op …
Ze is nog maar twaalf jaar en dan begint haar leven pas echt!

Steeds weer opnieuw laat Jezus zich raken door de miserie van mensen:
door die vrouw, door het lot van dat kind, door het verdriet van haar vader.
Hij weet wat het betekent als mensen ten einde raad zijn en naar hem toekomen in geloof. –
Uitgerekend zulke mensen hebben zijn hart gerààkt!
Gerààkt zijn is zoveel méér dan dat hij bezorgd is om hen.
Medelijden, compassie, mededogen gaat veel dieper:
het begint met het verdriet niet bagatelliseren of wegredeneren
stil staan bij wat een ander meemaakt invoelen in wat hem of haar overkomt.

Dat is niet altijd makkelijk.
Vaak is het lastig, want luisteren naar iemands verhaal confronteert me ook met mezelf –
mijn eigen onvermogen
· kan ik het uithouden bij het geworstel van een ander?
· bij mijn eigen machteloosheid?
Ik word pas geraakt wanneer ik me in die ander verplaats en hem of haar begrijp van binnenuit, vanuit mijn hart.

De genezing van de vrouw die aan een bloedziekte lijdt, de opwekking van het dochtertje van Jaïrus – het zijn twee evangelieverhalen over gered worden uit isolement, uit de dood.
Twee in-één-gevlochten verhalen, het ene is als het ware de omlijsting van het andere.
Twee gebeurtenissen over mensen die in geloof naar Jezus toekomen.
Hij reikt ze de hand en helpt ze op te staan.
Dat is precies wat geloven is:
geloven is opstaan
geloven is: de weg vinden naar anderen toe.

Leave a comment