19 december 2021

OVERWEGING op de vierde zondag van de Advent C.

De liturgie van deze 4e Adventszondag getuigt van een heel diep geluk, dat wordt uitgedragen door Maria en haar nicht Elisabeth. Het is geluk dat zijn diepste grond heeft in geloof – in: geloven in een woord van God, de onzichtbare. Hij heeft tot Maria gesproken door de engel Gabriël. En de tijd komt naderbij, dat God – die niemand ooit gezien heeft  – gezien gaat worden in het kind dat zij draagt. Bij alle spanningen die bij deze jonge vrouw aanwezig kunnen zijn, valt juist de vitaliteit van Maria op: haar geluk om het leven dat zij draagt en verwacht. Zij geeft blijk van die vitaliteit, door met spoed door de bergen heen, naar Elisabeth te gaan. Zij wilt haar genade en haar geluk bij Elisabeth brengen om het met haar te delen. God is voor Maria de onzichtbare aanwezige, die bij haar is. In haar wordt God op een nieuwe wijze ervaarbaar. Voor Elisabeth is Maria de ontmoetingsplaats van de levende Heer. Zij zegt daarom ook: “Waaraan heb ik het verdiend dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?”.

Maria weet, dat haar nicht Elisabeth zich ook erg gelukkig moet voelen. Want ook zij verwacht een kind. Het geluk van twee gelukkige vrouwen-bij-elkaar moet gedeeld en daardoor verdubbeld worden.

Voor beide vrouwen was het verwachten van een kindje buiten alle verwachting: dat is het voor óns, maar óók voor Maria en Elisabeth!

Wat wij voor onmogelijk zouden houden dat een maagd zou ontvangen  en een oudere vrouw nog vruchtbaar kon worden, was door geloven in Gods mogelijkheden werkelijkheid…”bij God is niets onmogelijk”…  

Gods mogelijkheden stoppen niet bij ons ongeloof. Ook dát kan God doorbréken. Hij gééft geloof. Geloof dat  ook voor ons een bron van geluk is, wanneer we uit het geloof willen leven; wanneer ook wij krediet willen geven aan God, God, door Charles de Foucauld genoemd de Meester van het onmogelijke.  

De liturgie van deze dag nodigt ons mensen, van wie velen kleingelovig zijn, uit om eens goed te kijken naar deze twee gezegende vrouwen: zij hebben in vervulling zien gaan “wat hen vanwege de Heer gezegd is”. Ze zijn niet bedrogen uitgekomen, al is hen het leed niet bespaard gebleven. Ze bleven gezegend, ze bleven gelukkig.

Op een verborgen plaats hebben ze op grootse manier meegewerkt aan de mensengeschiedenis, die zou opleven tot een nieuwe bloei van de heilsgeschiedenis.

Maria draagt God naar de mensen. Dat heeft ze niet één keer gedaan bij haar bezoek aan Elisabeth, nee – zij doet dat nog altijd: God komt tot ons door mensen die helemaal van Gods Geest vervuld zijn. Maria was dat: vol van genade, geheel vervuld van Gods vrede en vreugde. 

En kijken we ook naar Elisabeth. Zij is het voorbeeld van een gelovige, die een bijzondere feeling heeft voor de aanwezigheid van God in andere mensen. Zij voelde zo fijn aan, hoe God ons kan ontmoeten in heel eenvoudige mensen. Mogen wij de deur van ons hart open stellen voor God, die naar ons op weg is en op weg blijft via gewone mensen.   

Wim Vergouwen m.s.c.

Leave a comment