1 januari 2022
Ton Zwart msc
Nieuwjaar 2022
“Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf”, aldus de evangelist Lucas in het evangelie van vandaag. Je vraagt je dan af: over welke woorden gaat het eigenlijk, want die worden er niet uitdrukkelijk bij genoemd?
Het verhaal kan ons op weg helpen. De herders zijn zo juist bij het kind in de kribbe op bezoek geweest en zij vertellen dan wat hun over dit kind gezegd was. Zij verwijzen daarmee naar de boodschap van de engel die hun ‘s nachts verschenen was toen zij hun schapen aan het hoeden waren. “Goed nieuws”, zei de engel: “Vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de Messias, de Heer”. En zij ontvangen een teken: “jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een kribbe ligt”. Dat is de boodschap die de herders van de engel ontvangen hebben en die zij weer doorgeven, toen zij eenmaal het kind gevonden hadden. Het zijn ook de woorden die Maria wel van hen gehoord zal hebben en zij overweegt ze in haar hart.
Haar kind wordt Redder, Messias en Heer genoemd, drie titels waarvan redder de eerste en misschien wel de belangrijkste is. Wat is een redder? Een redder is iemand die zich richt op de nood van anderen. Het is de nood van anderen die bepaalt wat er aan redding moet plaatsvinden. De redder maakt dat niet zelf uit. Hij luistert naar de roep van de mens in nood, de roep, die de mens in nood uitschreeuwt. Als de nood anders is, wordt ook de redding anders. De redding moet aangepast zijn aan de nood, de redding voegt zich naar de nood.
Dit betekent dat redding tijdens het eerste kerstfeest niet hetzelfde hoeft in te houden als het vandaag de dag doet. Iedere tijd heeft zo haar eigen specifieke problemen. In onze tijd mogen we dan denken aan de corona-epidemie of aan het klimaat, problemen die zich aan geen grenzen storen en overal op onze planeet merkbaar zijn. We mogen ook denken aan de gespannen politieke verhoudingen in de wereld, de oorlogen die nog altijd gaande zijn en de volkeren die onderdrukt worden door hun eigen machthebbers.
1 Januari is de Internationale Dag van de Vrede. De Paus wijdt er elk jaar weer een vredesboodschap aan, waarin hij zich tot een paar vredesvraagstukken beperkt. Je kunt nu eenmaal in een paar bladzijden niet de hele wereldproblematiek behandelen. Je moet keuzes maken.
Dit keer koos de Paus verrassend, althans voor mij, voor de toenemende verschillen tussen de generaties, tussen jong en oud. Hij denkt daarbij aan het omgaan, aan het om kùnnen gaan met allerlei technische hulpmiddelen. Jonge mensen groeien op met elektronica, ouderen kunnen het bijna niet aangeleerd krijgen. De Paus denkt ook aan de economische kansen die voor de jongeren van vandaag minder zijn dan voor de jongeren van gisteren. De economische vooruitzichten, ook vanwege de klimaatcrisis, zijn voor de huidige generatie niet gunstig. Ze zullen eerder een stap terug moeten zetten dan vooruit. De Paus denkt ook aan corona: zowel jongeren als ouderen werden hard getroffen, de ouderen meer door de ziekte zelf, de jongeren meer door de maatregelen om de ziekte tegen te gaan. Het gevaar bestaat dat de generaties zich op zichzelf gaan terugplooien en onverschillig worden voor elkaar.
Even terug naar het evangelie van vandaag. Jezus werd daar de Redder, Messias en Heer genoemd, maar er was ook nog iets anders. De herders hebben het kind gevonden, zoals het hun voorzegd was: in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe. Dat was het teken dat de engel hun gegeven had: de doeken en de kribbe zijn een teken. Waarvan? Ik denk dat zij een teken zijn van de weg die bewandeld moet worden om uit de problemen te geraken en redding te bewerkstelligen. Het gaat niet om macht, om de top te bereiken en vanuit die hoge positie verandering teweeg te brengen. Het gaat niet om groot worden, maar om klein worden en om solidair zijn met de kleinen en de armen. Dat willen de doeken en de kribbe ons vertellen.
De Paus laat ook de weg naar voren zien. Hij wijst dan op de dialoog, de dialoog tussen de generaties, tussen jong en oud. Ze moeten niet ieder hun eigen gang gaan maar met elkaar praten: over het verleden, waarvan de ouderen het geheugen zijn en waaruit ze wijze lessen hebben getrokken; over het heden waar de generaties samen in staan en wat hun gezamenlijke leefproject nu is; over de toekomst waarvan de jongeren dromen en waarvoor ze bereid zijn zich met hun enthousiasme en energie in te zetten.
De Paus laat het niet bij het onderstrepen van het belang van de dialoog. Hij geeft ook nog twee andere wegen naar voren aan. De eerste is scholing, opleiding, vorming. Zeker in deze coronatijd, waarin het onderwijs onder druk staat, blijft het belangrijk dat jongeren een goede opleiding krijgen, een opleiding voor zorg, een opleiding die hen in staat stelt om zorg te dragen voor elkaar en voor ons gemeenschappelijk huis. En dat mag best wat kosten. De Paus wijst er nog maar weer eens op dat het geld dat nu aan wapens en oorlogstuig wordt besteed, beter naar onderwijs kan gaan om toe te werken aan een toekomst van vrede.
De derde weg naar voren is de arbeidsmarkt. Arbeid is het werken aan een betere wereld en iedereen zou in staat gesteld moeten worden om daaraan een bijdrage te leveren. Recht op werk en niet berusten in het wegvallen van banen, als richtsnoer voor beleid. Het gaat dan niet om werk op zich, maar om zinvol werk en werk in menswaardige omstandigheden. Pas dan wordt een leefbare, vredelievende wereld gecreëerd.
Het is allemaal kort samengevat, te kort eigenlijk en te simplistisch. Eigenlijk is er meer tijd nodig om de nieuwjaarsboodschap tot ons te laten doordringen. Van Maria wordt gezegd dat zij de woorden die zij gehoord had overwoog en in haar hart bewaarde. Zo’n houding wordt er ook van ons gevraagd: dat we nadenkend het nieuwe jaar ingaan, niet als mensen die zich laten overtroeven door de luide stemmen om zich heen, maar die een eigen stem vinden gebaseerd op het evangelie en op de christelijke waarden die daarin vervat liggen. Amen.