Overweging 13 februari 2022 bij 6C. Door T. Zwart

Wat maakt een mens gelukkig? Het zal voor iedere mens wel iets anders liggen, maar er zullen ook overeenkomsten zijn. Een heel concreet antwoord op de vraag wat een mens gelukkig maakt, komt uit de reclamewereld. U kent het wel: als je dit of dat product koopt, dan is het genieten. Je ziet dan van die stralende glimlachen op het TV- scherm verschij-nen.
De reclamebureaus mogen overdrijven, maar als ze binnen de regels blijven, liegen ze niet. De producten die ze aanprijzen, geven werkelijk een goed gevoel. Het mag lang of kort du-ren, maar producten bieden een soort geluk, een geluk dat vooral de zintuigen streelt: het oogt mooi, smaakt goed, ruikt heerlijk, geeft een welluidende klank of voelt oh zo zacht aan. Dat alles is niet te versmaden. Het hoort bij de kleine genoegens van het leven, maar het maakt niet de kern van het levensgeluk uit.
Wij hier in Notre Dame wonen in een woonzorgcentrum, zoals dat tegenwoordig heet. En de zorgaanbieder is in ons geval De Wever. Zoals elke zorgaanbieder heeft ook De Wever een zorgvisie en in die zorgvisie staat verwoord wat de instelling denkt dat haar cliënten gelukkig maakt. Voor De Wever is dat vooral de eigen regie. De bewoners moeten de zeg-genschap over hun eigen leven kunnen behouden. Ze hebben weliswaar zorg nodig, daar-om zijn ze ook in een instelling opgenomen, maar ondanks die lichamelijke en geestelijke gebreken, moeten zij zo veel mogelijk zelf kunnen uitmaken hoe ze leven. Hun wensen zijn richtinggevend voor de zorg op maat die geleverd wil worden.
Eigen regie, eigen zeggenschap. Ontegenzeggelijk heeft ook dat veel met geluk te maken. We zien niet graag dat er over ons zonder ons beslist wordt. We willen zelf kiezen en zelf uitmaken hoe we ons leven inrichten. Geen dictaat van wie dan ook.
Dit geldt ook voor de kerk. Ook daar willen we als weldenkende mensen behandeld worden. Paus Franciscus is het hier helemaal mee eens en vorig jaar oktober heeft hij ons opgeroe-pen om deel te nemen aan het synodale proces. Het gaat er dan om dat alle gedoopten, en zelfs niet-gedoopten, vrijuit kunnen zeggen, wat zij van de kerk denken en hoe zij de kerk van de toekomst zien. Het is een proces van luisteren en participeren. Als dat goed ver-loopt, wordt iedereen voor vol aangezien en dat draagt bij aan het geluk van mensen. Er wordt rekening met je gehouden.

Alles wat ik tot nu toe over geluk beweerd heb, wordt eigenlijk onderuit gehaald door wat Jezus in het evangelie van vandaag te zeggen heeft. Luister nog maar eens: Zalig, gij die arm zijt, zalig gij die nu honger lijdt, zalig gij die nu weent. Wat is zalig anders dan gelukkig? Dus worden de armen, de hongerigen en de treurenden van nu gelukkig geprezen. Geluk-kig jullie die arm zijn en de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen! Gelukkig jullie die met een lege maag zitten en niets te eten hebben! Gelukkig jullie die tranen tekort komen en het lachen verleerd zijn! Het ergste wordt nog voor het laatst bewaard: gelukkig jullie die omwil-le van de Mensenzoon gehaat worden, beschimpt, uitgestoten en verbannen; springt dan op van blijdschap, want groot is jullie loon in de hemel!
Wat hier gezegd wordt is bijna niet te begrijpen. Het gaat zo in tegen hoe wij geluk ervaren. Geluk heeft met genieten te maken en wat Jezus opsomt zijn alleen maar ellendige toe-standen. En toch beweert Hij dat geluk mogelijk is temidden van die miserie. Hoe dan wel? Het is alleen mogelijk voor iemand die vast gelooft dat de ellende waarin hij nu verkeert, niet Gods bedoeling is, dat er vroeg of laat aan die ellende een eind zal komen, is het niet in deze wereld dan in de toekomstige wereld. Maar in ieder geval is de ellende van vandaag geen blijvertje. Het is maar tijdelijk, er zal een andere tijd aanbreken.
Die andere tijd noemt de Bijbel het Koninkrijk van God en Jezus is daar de grote voorvech-ter van. Hij heeft heel zijn leven gewerkt om dat Koninkrijk op aarde te vestigen. Hij heeft er voor geleden en is er voor gestorven. Zijn opstanding is juist een teken dat dat Koninkrijk niet met zijn dood in de kiem is gesmoord. Het is nog altijd een kracht die in de wereld werkzaam is en die niet, ondanks alle tegenwerking, afgehouden kan worden. Paulus was daarvan overtuigd. Hij zegt in de tweede lezing van vandaag dat de christenen zonder die verrijzenis de beklagenswaardigste mensen op aarde zouden zijn, met geen uitzicht op be-vrijding. Maar met die verrijzenis is er hoop, is er meer dan hoop, het vaste vertrouwen na-melijk dat het uiteindelijk wel goed met ons en onze wereld zal komen. De ellende heeft niet het laatste woord maar de God die om onze aarde geeft.
Dit geloof geeft niet alleen kracht om de ellende uit te houden, kracht ook om aan een bete-re wereld te blijven werken. Het geeft zelfs blijdschap, temidden van strijd, vreugde temid-den van pijn en verdriet. Het heeft niets te maken met opgeklopte vrolijkheid, maar het is de gave van de vrede die Jezus aan zijn leerlingen beloofd heeft. Het is genade. Mogen ook wij de genade van die vrede ervaren.
Amen.

Leave a comment