1e Zondag van de 40-dagentijd [C] – zondag 6 maart 2022.
door Wim Vergouwen m.s.c.

Overweging 1e zondag Veertigdagentijd C

Het evangelie van vandaag spreekt over Jezus, die vervuld van de heilige Geest na Zijn doop in de Jordaan, door diezelfde Geest naar de woestijn wordt gevoerd en er 40 dagen verblijft, zonder te eten… Jezus trekt zich terug om met God bezig te zijn en voor zichzelf duidelijk te krijgen, wat Zijn levensroeping is.
Dit evangelie stelt óns eigenlijk de vraag: ben je bereid je in deze 40 dagen tijd óók te bezinnen en een antwoord te vinden op jouw levensroeping, op de vraag: “krijgt God de plaats in jouw leven, die Hem toekomt?”.
Deze 40 dagentijd wil ons een soort woestijnervaring geven. Daardoor kunnen we afstand nemen van mensen en vele dingen die ons dag in dag uit in beslag nemen en opeisen. Je komt gewoon niet meer op een gezonde manier aan jezelf toe! Daartoe nodigt deze tijd van 40 dagen ons allereerst uit. Het is de Geest die Jezus ertoe brengt de woestijn in te gaan. Het is een ‘ingeving’ die Hem hiertoe aanzet. Naar zo’n plek ga je niet meteen zo voor je plezier. Maar je weet, dat het goed is eens tijd voor jezelf te nemen – het rustig te maken in je hart en om je heen.
In de eerste lezing helpt Mozes zijn volk, zodat de mensen God de plaats in hun leven geven, die Hem toekomt. Ze moeten voor God de tijd nemen! Mozes wijst op de weldaden die God zijn volk bewees in de persoon van Abraham. Hij groeide uit tot een groot volk, dat door God uit de slavernij van Egypte werd bevrijd. En na een woestijntocht van maar liefst 40 jaar kwam het volk in het beloofde land, dat God hen schonk. ‘De eerste vruchten van dat land moet je voor God neerleggen’, zegt Mozes: God is de schenker van al die weldaden!
Deze Vastentijd roept ons op om sober te leven en te zorgen dat je ook eens aan jezelf toe komt. Dit confronteert je al gauw met jezelf: óók met je driften, met je neigingen, met je verwachtingen, je kwetsbare kanten en je beperkingen.
Het evangelie spreekt van ‘duivelse beproevingen’, bekoringen waaraan we gemakkelijk toegeven en noemt er drie. (1) Ons hart gaat het liefst uit naar het materiële; we zoeken ons geluk te weinig in het geestelijke. (2) Vervolgens meldt het evangelie, dat mensen eerder bereid zijn te heersen dan te dienen.
(3) en tenslotte is het in veel mensenlevens zó: dat God er alleen aan te pas mag komen als we het zélf niet meer (aan)kunnen! Ieder heeft zo zijn bekoringen en beproevingen: zij zijn er dikwijls de oorzaak van, dat God niet de plaats krijgt die Hem in deze wereld en in ons leven eigenlijk toekomt.
Als we bereid zijn voor Hém die plaats in te ruimen – en dat doen we nú door een sober leven, door ons dagelijks gebed én door ons bezit te delen met hen die in nood verkeren – kan het na deze 40 dagen een Zalig Pasen voor ons worden.
Zo groeien we in datgene waar we ten diepste in willen geloven: de verrijzenis en het eeuwig leven. Amen.

Leave a comment