Vijfde zondag door het jaar (A) op zondag 5 februari 2023
door W. Vergouwen m.s.c.
Jezus zegt: “Jullie zijn het licht in deze wereld” – als jullie christenen zijn, dan zijn jullie licht, dat kan niet anders. Het zijn bemoedigende woorden die ons gerust kunnen stellen. Wij zijn geen licht omdat wij hoogstaande, voorbeeldige mensen zouden zijn, maar enkel en alleen, omdat Jezus óns licht van Zijn Licht laat zijn.
= Eigenlijk is er hier geen plaats voor pessimisme. Maar de secularisatie in vele plaatselijke kerken in het westen doet ons – veel te dikwijls – zwart zien. De kerk schijnt zo weinig licht te geven…Er is die geruisloze afval, die stille onverschilligheid, dat langzaam groeiend ongeloof ook in eigen omgeving en familie. En wat er kán gebeuren: dan plaatsen wij zachtjes ons lichtje maar ónder de korenmaat, zodat het niemand meer licht kan schenken. Zo kan het gebeuren, dat het dreigt donker te worden. En wellicht heeft Jezus dit voorzien. Want Hij weet als geen ander, wat er in het hart van ons, mensen, omgaat. En daarom heeft Hij die bemoedigende woorden gesproken: Gij zijt het licht der wereld.
= Een consequent levend christen draagt het licht in zich en heeft vanzelf een heilzame uitstraling. Zou je tegen zo iemand zeggen: “jij straalt iets uit van vrede en vreugde”, dan zou hij / zij mogelijk verwonderd antwoorden: “ik doe toch niets bijzonders!”. Een christen heeft zijn talenten ontvangen om anderen van dienst te zijn: leerlingen van Jezus zijn vanzelf zout van de aarde en licht van de wereld. Hoe Jezus dat licht-zijn verstaat, lezen we in de laatste zin van het evangelie: “Zo moet uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.
= Het licht dat we uitstralen komt niet van ons zelf. Het is het licht van Jezus, dat in ons werkt. Een goed christen straalt onbewust iets van Christus uit, vaak zonder dat hij het zelf weet: bijvoorbeeld door een blije, trouwe mens te zijn, vol goede moed.
= Misschien komt er een tijd, dat we mensen niet meer kunnen helpen met onze handen omdat ze beven; dat wij niet meer naar hen toe kunnen gaan, omdat onze voeten stram geworden zijn: maar het geloof in Christus kan blijven stralen, als een licht in de duisternis. Zo kan de Kerk in zijn geheel een lichtende stad zijn op de berg, zodat ze een oriëntatiepunt blijft voor mensen die zoeken naar een zinvol leven, naar een rechtvaardige samenleving.
= Het christelijk geloof wordt in het christelijke westen niet meer verkondigd met vlaggen, fanfares en veel uiterlijk vertoon, maar dikwijls met een eenvoudige stille aanwezigheid van christenen, die vluchtelingen, mensen in nood en hulpbehoevenden als vanzelfsprekend helpen. We kennen allen óók het gebaar van een vriendelijk woord, van attent zijn, een hartelijke glimlach of een blijk van medeleven.
= Hoe verschillend de drie beelden van het zout, het licht en een stad op de berg, die Jezus gebruikt, ook van elkaar zijn, ze hebben één zaak gemeenschappelijk: zij werken voor anderen door er eenvoudig te zijn. ZOUT werkt vanzelf door zijn aanwezigheid. EEN LICHT schijnt vanzelf, daar hoef je niets bij te doen, een licht dat niet schijnt bestaat niet; en het is duidelijk dat EEN STAD OP EEN BERG vanzelf gezien wordt.
Zo heeft een christen talenten ontvangen om anderen van dienst te zijn.
En het behoort tot het wezen van een christen om te werken als zout en te schijnen als het licht. En dat wordt zichtbaar!