Homilie 2023: Het Kerstverhaal volgens Mattheus
Door Hans Kwakman msc
De kerstverhalen van de evangelisten Mattheus en Lucas verschillen heel veel van elkaar. Zij hebben allebei een eigen boodschap te vertellen. Wat Mattheus ons met zijn kerstverhaal wil vertellen is dat de komst van Jezus Christus niet alleen de verwachtingen van Israël vervult, maar ook die van de heidenen. Het is goed daarbij te bedenken dat wij ook van heidenen afstammen en dat ook wij Jezus gevonden hebben als onze persoonlijke Verlosser en als vredevorst van de wereld, niet door een ster aan de hemel, maar door het licht van de Geest, dat opging in ons hart. Het kerstverhaal van Mattheus gaat dus ook over ons.
De heidense magiërs of wijzen worden op hun zoektocht geleid door een ster. Een natuurverschijnsel. Net als Paulus is ook Matheus er van overtuigd, dat iedereen God kan kennen door Gods werken in de natuur. Paulus schrijft immers in zijn brief aan de Romeinen: “Wat een mens over God kan weten is hun bekend, omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt,” namelijk door Gods wonderwerken in de natuur (Rom. 1: 19). Maar om Jezus Christus te leren kennen hebben wij allemaal de Heilige Schrift van Israël nodig. Daarom laat Mattheus de ster eerst boven Jeruzalem stil houden, opdat de drie Wijzen daar de Schriftgeleerden ontmoeten, die de Heilige Schrift kennen en de plaats van de geboorte van de Messias kunnen aanwijzen.
Maar er is nog een andere reden waarom Mattheus de ster boven Jerusalem stil laat staan. Wie zijn daar namelijk bijeen? Koning Herodes, de vertegenwoordiger van de Romeinse Keizer en de hogepriesters en Schriftgeleerden van het Joodse volk.
Zo zal Jezus later ter dood veroordeeld worden door Pontius Pilatus, de vertegenwoordiger van de Romeinse Keizer, op aandringen van de hogepriesters en de Schriftgeleerden. Mattheus verweeft zo in het verhaal rond de geboorte van Jezus een voorspelling van het lot dat Jezus later zal ondergaan.
De heidense magiërs vervolgen dan hun tocht naar Bethlehem om het pasgeboren koningskind te gaan vereren. Maar koning Herodes, de Hogepriesters en Schriftgeleerden die de Heilige Schrift en de voorspellingen van de profeten kennen, blijven in Jerusalem achter. Zij zijn niet bereid de pasgeboren Messias- koning te gaan verwelkomen. Zo zullen zij ook later Jezus en zijn boodschap afwijzen.
In zijn commentaar op dit kerstverhaal stelt Jozef Ratzinger ofwel Paus Benedictus, die wij deze week naar zijn laatste rustplaats hebben begeleid, dat de Wijzen uit het Oosten mensen zijn van alle tijden. Zij vertegenwoordigen mensen, die een innerlijke onrust voelen, niet tevreden zijn met deze wereld, maar verlangen naar een nieuwe wereld van vrede en gerechtigheid en respect voor Gods schepping.
Wij geloven dat Jezus Christus ons voorgaat op de weg naar die nieuwe wereld in het Rijk Gods. Maar mensen, die Jezus Christus nog niet kennen, zijn nog steeds zoekende, net als de Wijzen uit het Oosten. Net zoals de Wijzen, die eerst meenden dat zij de pasgeboren koning in het paleis van Koning Herodes zouden vinden, zoeken veel mensen het antwoord op hun vragen naar de zin van het leven op de verkeerde plaats en bij de verkeerde leiders..
De Wijzen lieten zich leiden door een teken aan de hemel: een ster. Ook wij kunnen natuurlijk Gods scheppende aanwezigheid vinden in de natuur. Maar het Tweede Vaticaans Concilie heeft ons ook op andere tekenen van Gods aanwezigheid in deze wereld gewezen. Zij worden de tekenen van de tijd genoemd. Het Concilie geeft ons de opdracht om die tekenen nauwkeurig te onderzoeken. En zoals de Heilige Schrift van Israël de Wijzen verder op weg hielp om Jezus, de Messias te vinden, zo zal, volgens het Concilie, het evangelie, het Oude en het Nieuwe testament ons helpen de tekenen van onze tijd te verstaan.
In de tekenen van de tijd zien wij Gods Heilige Geest aan het werk. De Heilige Geest leeft in ons hart en in de wereld om ons heen. Het is de Heilige Geest, die de mensheid steeds vooruit stuwt naar een betere toekomst in het Rijk Gods, het rijk van vrede en gerechtigheid en heelheid van de schepping. De tekenen van de tijd zijn die verschijnselen in de wereld, die de verlangens van ons hart vervullen. Het Concilie noemt een aantal tekenen van de tijd, waarin de Geest aan het werk is, maar waarin ook krachten aan het werk zijn, die de Geest tegenwerken.
De Geest is bijvoorbeeld als een inspirerende kracht actief in de ontwikkeling van de wetenschappen en de communicatiemiddelen. Het zijn zegeningen, die de verlangens van ons hart kunnen vervullen, maar anderzijds zijn daarin ook krachten van geestelijke vervlakking aan het werk, die verslavend werken en die, als we niet waakzaam zijn, ons hart kunnen afstompen..
Wij zijn dankbaar dat de Geest de mensheid leidt naar een grotere solidariteit onder stammen en volkeren, maar tegelijk zien wij met angst in ons hart hoe er krachten aan het werk zijn die spanningen veroorzaken- spanningen, die vaak tot gewelddadige conflicten en zelfs tot oorlogen leiden.
We zijn verheugd over toenemende welvaart, waarnaar de Geest ons leidt, maar we zien ook met spijt dat de negatieve krachten van egoïsme en onverschilligheid een groeiende kloof tussen rijk en arm scheppen.
Wij zijn dankbaar dat de Geest godsdiensten en geloofsgemeenschappen inspireert om nader tot elkaar te komen, maar we zien ook dat krachten van discriminatie en haat tot vervolging en uitsluiting leiden.
Ook Paus Franciscus heeft veel aandacht voor de tekenen van de tijd. In zijn apostolische brief “de Vreugde van het Evangelie” spoort hij ons aan “om de tekenen van de tijd te bestuderen”. (EG 51).Daarvoor is het nodig, zegt hij, te luisteren naar de Geest, die zowel in ons hart als ook in de wereld om ons heen steeds aan het werk is. De Geest helpt ons, zegt de Paus, om de tekenen van de tijd te begrijpen (EG 14), Hij noemt bijvoorbeeld de onmisbare inbreng van de vrouw in Kerk en maatschappij. Maar hij voegt er aan toe, er moet nog meer ruimte geboden worden voor een meer doorslaggevende vrouwelijke tegenwoordigheid in de Kerk. Ook in de Kerk zijn er krachten van paternalisme en klerikalisme aan het werk die alles bij het oude willen laten.
In zijn laatste encycliek “Fratelli Tutti”, “wij zijn allemaal broers en zussen”, besteed de Paus aandacht aan prachtige tekenen van de tijd, die de Geest onder ons bewerkt: solidariteit onder de volkeren, respect voor andersgelovigen, zorg voor kwetsbare groepen en inzet voor vrede en verzoening.
Deze encycliek vormt een tweeluik met zijn eerdere encycliek “Laudato Si” waarin hij speciale aandacht geeft aan een ander teken van de tijd, de zorg voor het klimaat. Hij zet onze verbondenheid met de schepping centraal en hij roept ons op zorg te hebben voor Gods schepping. De Paus ziet hoe “de Geest van God het universum heeft gevuld met mogelijkheden en dat daarom uit de kern van de dingen altijd iets nieuws voort kan komen”, (LS 80), maar hij waarschuwt ons dat ook op dit gebied Gods Geest tegengewerkt door krachten die economische belangen vooropstellen.
Ook in het synodaal proces nodigt Paus Franciscus ons uit om onder leiding van de Geest de tekenen van de tijd in het licht van het evangelie te onderzoeken. De Paus noemt dit synodale proces “een geïncarneerde levensstijl,” een blijvende levenshouding van samen luisteren naar elkaar en naar de Heilige Geest. Onder de leiding van die Geest proberen wij samen die tekenen van de tijd te herkennen, en de stappen die de Kerk moet ondernemen om aan de leiding van de Geest te beantwoorden.
Zoals de drie Wijzen zich lieten leiden door een ster aan de hemel, mogen wij ons laten leiden door de Geest die tot ons spreekt door Gods Woord. in ons hart en in de tekenen van de tijd en die ons blijft voortstuwen om een geloofsgemeenschap te vormen die zich blijvend vernieuwt, onderweg naar de komst van het Rijk Gods.