Zondag 30 mei 2021
Zondag 30 mei 2021
Overweging van pater Jan Jetse Bol msc
Vandaag, op het feest van de Heilige Drie-eenheid, één week na het pinksterfeest, verbinden we ons met de elf leerlingen die in het evangelie van Mattheüs op weg gaan naar Galilea, naar de berg die Jezus hen had aangewezen. En we horen over de zending van de apostelen. Het zijn de laatste woorden van het evangelie van Mattheüs. Tot hun verwondering zien de apostelen Jezus en horen ze hoe ze gezonden worden: “Gaat en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest”. Het evangelie van Mattheüs eindigt met open deuren: Alle volkeren… Sommige leerlingen twijfelen. Misschien ook sommigen van ons wel…!? Gaat en onderwijst alle volkeren… Als MSC hebben we ook zo’n open deur: Bemind zij overal het heilig hart van Jezus…
Maar weten we nog hoe het evangelie van Mattheüs begint…? In hoofdstuk 1 zien we die open deuren nog niet. In hoofdstuk 1 zijn de deuren nog gesloten. Daar gaat het over: “drie keer veertien geslachtslijsten”. Het lijken wel bolwerken… Geslachtslijst 1: van Abraham tot David. Geslachtslijst 2: van David tot de Babylonische ballingschap. Geslachtslijst 3: van de Babylonische ballingschap tot Christus. In die lijsten vinden wij bijna alleen namen van mannen… Maar toch ook een paar namen van vrouwen. We horen de naam van Ruth. We horen over ‘de vrouw van Uría’. En er is ook nog: Maria, de vrouw van Jozef. De laatste, die in die geslachtslijsten genoemd wordt is “de Christus”, ook een man.
We zouden kunnen zeggen: Het evangelie van Mattheüs eindigt met open deuren: Niet alleen mensen uit het jodendom, alle volkeren… Maar het begint met gesloten deuren: joodse geslachtslijsten… En af en toe zien we in het evangelie van Mattheüs die gesloten deuren al op een kier staan, en beetje voor beetje opengaan…
Dat begint al meteen in hoofdstuk 2. Na de geboorte van Jezus verschijnen de wijzen, uit het oosten, zij volgen de ster vanuit het oosten, naar het westen. Het leven van Jezus speelt zich af in de toenmalige bewoonde wereld – niet alleen in Israël – maar tussen oost en west….
En bij Mattheüs gaan de gesloten deuren vaker op een kier, zoals in hoofdstuk 5 en 6: “Gij hebt gehoord, dat er gezegd is… maar ik zeg u: Uw ‘ja’ moet ‘ja’ zijn en uw ‘neen’ moet ‘neen’ zijn, en wat daar nog bij komt is uit den boze. Dat is – (alleen voor die tijd?!) – een nieuw geluid.
Ook als in hoofdstuk 15 Jezus een Kananese vrouw ontmoet gaat de deur verder open. Ik ben er “niet alleen voor de verloren schapen van Israël…”
Of in hoofdstuk 24: De tempel zal vergaan, geen steen zal op de andere gelaten worden, alles zal worden verwoest… Maar er is perspectief: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: “Alle volkeren zullen voor hem bijeengebracht worden uit de vier windstreken”: het noorden, het oosten, het zuiden, het westen. Alle deuren zullen opengaan…
En de God, die mensen samenbrengt, is een bijzondere God: De Ene – ik zal er zijn voor jou/jullie, ik ga met jullie mee. De Ene, van het jodendom, het christendom en de islam…
De Ene, ook al hebben we nu al wekenlang gezien, dat de mensen van die Ene God (van het jodendom, van het christendom, van de islam) nog steeds moeite hebben om in vrede met elkaar te leven.
En die Ene God kreeg in de loop van de tijd een nieuwe naam: in de christelijke theologie, maar ook in het leven van alle dag, in het rituele gebaar van het kruisteken: Vader, Zoon en heilige Geest…
God, die als een Vader… En vandaag aan het einde van deze meimaand in 2021 zeg ik: God, die als een Vader en Moeder bewogen wordt door zijn kinderen…
God de Zoon… In Jezus is God de Zoon die ons de weg van Gods hart wijst…
God, de Heilige Geest… De Geest van God kan ons in vuur en vlam zetten om ons naar vermogen in te zetten voor een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, hier in Notre Dame, in onszelf…
Dat vieren we vandaag op het feest van de Heilige Drie-eenheid: God is in de bevrijdende beweging van: Vader, Zoon en Geest. En ook wij worden geroepen om in die beweging van liefde mee te gaan om onze ogen, onze oren en ons hart te openen, om te luisteren naar elkaar en naar Moeder Aarde, om de weg van het hart van die ene God te gaan.
Vandaag wil ik mijn overweging afsluiten, voortbordurend op woorden van een lied van Willeke Alberti, uit 1975: Telkens weer ben jij mijn bron van leven aan wie ik mijn hart geef. Bij jou vind ik wat ik nodig heb, wat ik ontbeer: Liefde voor altijd, telkens weer…
Soms zien we het, voelen we het: Telkens weer de God, die in lief en leed met ons mensen meegaat, als de liefde van Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.