OVERWEGING door Ben Verberne msc
Gisteravond hebben we het kerstfeest ingezet. In de viering stonden we stil bij het kerstverhaal, de geboorte van Jezus in Bethlehem.
Vanmorgen horen we het evangelie volgens Johannes, opnieuw een verhaal over het begin, maar nu geen kribbe, geen kerststal, geen herders op de velden. Vanmorgen gaat het over de oorsprong van alles met woorden vol eerbied en verwondering… In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Licht en Leven, zo leert ons de Schrift, vinden hun oorsprong bij God. Het licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis heeft het licht niet in haar macht gekregen…
En Johannes gaat verder. Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond in een aanwijsbare mens, Jezus de Messias. Van zijn volheid hebben wij ontvangen. In hem heeft God zijn liefde kenbaar gemaakt. Hij treedt geschiedenis van mensen binnen, gaat schuil in onze wereld, wordt een zwerver, een dakloze,
die achter mensen aanloopt, haast bédelend om ons te winnen voor het Licht.
Maar of we het kerstverhaal nu horen in de vertrouwde woorden over Jezus’ geboorte in Bethlehem (zoals gisteravond), of (zoals vanmorgen): vol mysterie – over het Woord dat was van het begin, Kerstmis wil ons wakker schudden, heftig en liefdevol tegelijk. Want wezenlijk gaat het over God die de wereld en ons mensen zo heeft liefgehad, dat hij zijn Zoon zendt en vraagt, sméékt dat wij elkaar liefhebben en dat we met zorg omgaan met de aarde, opdat we samen Gods liefde laten zien op menselijke wijze.
Op deze kerstmorgen worden we stil bij de schiftlezingen èn bij de wereld die onaf en ruig is voortgekomen uit Gods hand en die ons gegeven is om er een menselijke wereld van te maken, een wereld van vrede en kansen voor iedereen. Maar daarvoor hebben we nog een lange weg te gaan.
Laten we op dit moment vóór alles dankbaar zijn voor de gave van Gods Zoon en voor de wonderen van de schepping – ons gemeenschappelijk huis; voor het verstand en de talenten van mensen en vooral voor de goedheid waarmee we
dag-in dag-uit worden omringd door de mensen met wie we samenleven.
Maar wij zijn mensen die nu eenmaal slordig leven. Als we het afgelopen jaar ìets hebben geleerd, dan is het wel dat we in staat zijn door oorlog en fanatisme de samenleving te verzieken; dat we op weg zijn de aarde te maken tot één groot afvaldepot waar voor veel mensen nauwelijks nog schoon drinkwater te krijgen is. De manier waarop de rijksten der aarde (en daar horen wij zelf bij!) omgaan met dat gemeenschappelijke huis van ons rààkt de meest kwetsbaren op de eerste plaats.
Vandaag klinken er uit de wereld twee stemmen omhoog. Op de eerste plaats: inderdaad, een lofzang, een symfonie, om de geboorte van Jezus, de eerste van de mensen èn vanwege het wonder van de schepping. “Moge heel de aarde vol bewondering Uw werk aanschouwen” zongen we zojuist. Eén groot loflied op God die door zijn liefdeskracht, zijn Heilige Geest, werkzaam is in onze wereld: verwarmt wat kil is, troost waar troost nódig is..
Maar tegelijkertijd horen we ook een andere stem doorklinken: een stem die waarschuwt, een schreeuw om wat mensen elkaar en de aarde aandoen: één grote noodkreet die oproept om meer bewust en ànders te gaan leven, anders om te gaan met elkaar, anders dan we gewend zijn.
Misschien is het wel zo dat zowel mensen als de natuur het uitschreeuwen juist ómdat we onze plek in de lofzang op de schepping zijn vergeten, omdat we ons zó boven de rest van de schepping hebben geplaatst, dat we daar nu de bittere vruchten van plukken. Om dat te stoppen dienen we opnieuw te leren dat alles wat leeft van waarde is: anders gaan leven, andere wegen gaan, begint met verwondering. Dàt wisten zelfs de herders in Bethlehem; naar we aannemen ongeschoolde mensen,
maar ze waren er zich van bewust dat door nieuwe wegen te gaan – wegen die hen door engelen worden ingegeven – ze hun werkelijke bestemming zouden vinden.
Verwonderd vroegen ze zich af: laten we gaan zien wat God ons bekend wil maken!
Op weg gezet door verwondering, vonden zij het kind en zijn ouders in de stal.
Op Kerstmis maakt God een nieuw begin met de wereld. Hij bindt ons niet vast aan het verleden, maar geeft nieuwe kansen. Laat dit een dag zijn waarop we inderdaad op een nieuwe manier in het leven te gaan staan – met welwillendheid naar elkaar
en met zorg voor de aarde, en, waar nodig, bereid om een stap terug te doen door soberder, bedachtzamer om te gaan met wat er in de schepping voor handen is.
Mogen we op dit Kerstfeest bij ons laten binnenkomen de lofzang om Hem die ons gegeven is, Jezus de Zoon van Gods welbehagen, maar ook de noodkreet van mensen om ons heen, en van de aarde. En nog méér dan dat – mogen we op deze kerstmorgen … verwonderd staan over het Leven, over God zelf, die ons zijn Zoon, elkaar en de aarde in liefde gunt.
Ik wens u een zalig Kerstfeest!