Overweging Nachtmis Kerstmis door p. W Vergouwen
Het Kerstverhaal valt op door zijn eenvoud: Gods Zoon komt niet ter wereld in een prachtig Romeins paleis van de keizer of te midden van een juichende menigte in Jeruzalem, maar in een klein vergeten uithoekje van de wereld, in Bethlehem, op het randje van de wereld, waar voor Hem nog niet eens plaats is in een herberg.
Enige weken na zijn geboorte moeten zijn ouders met Hem op de vlucht voor de heersende koning Herodes en wordt Gods Zoon kind van asielzoekers in Egypte.
Eigenlijk kent het geboorteverhaal van Jezus geen enkele romantiek: het is het verhaal van uitsluiting door mensen. Nu Gods Zoon onopvallend tussen de mensen komt wonen – weerloos als een kind – zien we de verwijzing al naar het kruis, dat Hij te dragen zal krijgen. Gods weg is eigenlijk onbegrijpelijk. Want als mens stel je de vraag; Wat kan zo’n onmondig kind, in de marge van het wereldgebeuren, nu uitrichten?
Het is een vreugdevolle boodschap die ons vandaag door een engel verkondigd wordt. En de boodschap luidt: dit zal voor u een teken zijn, een pasgeboren kind. En dit teken moet ons genoeg zijn. Is het dat ook? Is het niet te klein? Het is dat kwetsbare kind, dat alle verschrikkelijke dingen die er nog overal in onze wereld te vinden zijn, voor even naar de achtergrond doet verhuizen. We denken daarbij aan alle leed en verdriet, alle armoede en honger, oorlogsgeweld en onbegrip tussen culturen en volkeren. Deze geboorte doet alle verschrikkingen die er nog overal in onze wereld te vinden zijn, even naar de achtergrond verhuizen.
Dit pas geboren kind van Bethlehem is Licht in de duisternis, als een ster in het donker, die donkere machten naar de achtergrond doet verdwijnen. God kiest zijn eigen wegen en dat zal Jezus ook zijn hele leven doen: de donkere machten van het kwaad, ja zelfs de dood overwinnen. Voor God is niets onmogelijk, zegt de engel Gabriël tot Maria, als hij haar vraagt om moeder van Gods Zoon te worden. Dat antwoord blijft alle eeuwen nadien doorklinken: het zet en houdt mensen aan het denken en blijft tot geloven oproepen. Zo is de Kerstnacht een mysterie, en Gods initiatief .
God bereikt er na 20 eeuwen wereldwijd mensen mee, die open staan voor zijn Blijde Boodschap. Hij verheugt zich in elk mensenhart dat zich in volle vrijheid tot Hem keert en bereid is om zélf in liefde te veranderen: zó trekt dat weerloze kind van Bethlehem een spoor door de geschiedenis tot op heden. God kiest daarbij de kant van de kleinen en machtelozen. Hij zoekt naar een volledig vrijwillig “ja” van mensen. En daarom wordt Hij zelf kwetsbaar en klein, bezitloos en in armoede geboren. Zo is er hoop voor iedereen die klein is, arm van geest en voor de maatschappij niet meetelt, maar voor God juist wél.
Zo wordt Jezus Gods mensenliefde in gestalte, op zoek naar ons ‘ja’, met oog voor het nietige en kleine. Hij heeft ons voorbestemd om ons uit te tillen boven alle pijn, verdriet, leegte, eenzaamheid en zelfs boven onze eigen dood. Misschien is dát wel de diepe, ongrijpbare vreugde van Kerstmis: ons vreugdevolle vertrouwen in Jezus kan de bron worden van onze liefde én inzet voor Hem en voor zijn Kerk. Zélf doen, wat Hij heeft voorgedaan: God laten zien, met heel je hart. Want Jezus is voor ons God ten voeten uit!
Zalig Kerstmis.