Preek Pasen

Overweging bij het evangelie van Paasmorgen: Johannes 20, 1-9. Door Ton Zwart msc

Hebt u zich wel eens onveilig gevoeld? Dat u zich in een situatie bevond waarin u bang was dat er iets met u zou gebeuren? Dat u op straat liep en dat de mensen u vreemd aanke-ken? Of dat er een aantal jongelui achter u aan liepen die u hinderlijk leken te volgen? In zo’n situatie voel je je pas weer veilig, als je thuis gekomen bent en de deur van je huis ste-vig achter je gesloten hebt.
Maria Magdalena bevond zich op paasmorgen in een onveilige situatie. Jezus van Naza-reth, met wie zij een nauwe band had, was pas twee dagen geleden in het openbaar terecht gesteld als een opstandeling, als iemand die de ambitie had de koning van de Joden te zijn en daarom een gevaar vormde voor het Romeinse gezag. Toch bleef Maria Magdalena niet veilig thuis achter gesloten deuren, maar ging zij erop uit, alleen, in het donker, naar het graf waar Jezus na zijn kruisdood was neergelegd. Dat was een dappere daad van een dappere vrouw.
Wat bewoog Maria Magdalena om het risico te lopen opgemerkt te worden? En misschien wel opgepakt? Wat zoekt zij bij het graf van Jezus? Het evangelie van Johannes, anders dan de andere evangelisten, vermeldt niet dat zij welriekende kruiden bij zich had om het lichaam van Jezus te balsemen. Dat was in het evangelie van Johannes ook eigenlijk ook niet nodig, al gebeurd, bij de begrafenis al, dankzij Nicodemus die gezorgd had voor wel honderd liter mirre en aloë, sterkgeurende boomproducten die bij het balsemen gebruikt werden. Nee, wat Maria Magdalena blijkbaar zocht bij het graf was Jezus zelf, alsof zij Hem vreselijk miste en iets tastbaars nodig had om te kunnen rouwen. Haar verdriet was blijk-baar groter dan haar vrees in handen te vallen van vijandige mensen.
Bij het graf aangekomen krijgt Maria Magdalena een grote schok: de grote steen die ervoor lag is weggerold. Dat kan maar één ding betekenen: het graf is leeggehaald. Zij gaat dan snel naar de plaats waar zij Petrus en de geliefde leerling weet te vinden en zegt: “Ze heb-ben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd”. Het is alsof ze wil zeggen: kom zoeken, we moeten de Heer vinden. Het kan toch niet zo zijn dat de Heer ook na zijn dood nog vervolging ondervindt! Wanneer wordt Hij eindelijk met rust gelaten en krijgen wij een plaats om aan ons verdriet uitdrukking te geven.
Maria Magdalena zet de twee leerlingen in beweging. Waar ze ook mee bezig waren, ze stoppen ermee en gaan op haar woord zo snel mogelijk naar het graf toe, de geliefde leer-ling voorop. Hij loopt sneller dan Petrus en komt als eerste bij het graf aan. Hij gaat niet naar binnen, maar wacht totdat Petrus aangekomen is om die voor te laten gaan. Wat ziet Petrus dan? Hij ziet inderdaad dat het lichaam van Jezus verdwenen is , maar ook dat de zweetdoek die zijn hoofd bedekt had niet bij de overige zwachtels ligt. Vreemd! Grafschen-ners en lijkrovers zouden toch alles meegenomen hebben! En ze zouden zeker niet het graf netjes hebben achtergelaten, met de zwachtels en de zweetdoek niet op een hoop gegooid maar netjes opgerold en apart neergelegd.
Na Petrus komt ook de geliefde leerling het graf in. Hij ziet dit alles en gelooft. Hij gelooft dat Jezus uit de doden is opgestaan. Wat hem betreft hoeft er niet verder naar Jezus’ li-chaam gezocht te worden, hij is ervan overtuigd dat hier een verrijzenis heeft plaatsgevon-den.

Wij, moderne mensen, zijn opgegroeid in een kritische tijd. We krijgen van alle kanten informatie op ons afgevuurd – aanplakbiljetten, kranten, TV, mobiele telefoons – en moeten dus kritisch onderzoeken wat we wel en niet willen geloven. Vanuit onze moderne mentaliteit bezien is het geloof van de geliefde leerling nogal lichtvaardig tot stand gekomen. Wat waren zijn aanwijzingen? De steen van het graf was weggerold, en het graf zelf netjes achtergelaten met de zwachtels en de hoofddoek opgerold en apart neergelegd. Meer fysieke aanwijzingen heeft hij niet. Verder kan hij zich beroepen op teksten uit het Oude Testament waarin nieuw leven wordt beloofd, ook na de dood. Maar ja, zoals dat met teksten gaat, het is de lezer die uiteindelijk bepaalt hoe die een tekst wil verstaan. Het hangt allemaal af van de interpretatie. Dus, alles bij elkaar is het geloof van de geliefde leerling voor de moderne mens maar zwak gegrond, het berust maar op een lichte bewijsvoering.
Wat te doen in zo’n situatie? Je kunt dan het geloof afwijzen, wat veel mensen doen, door te zeggen: zo lang er geen hardere bewijzen komen, doe ik niet mee: eerst duidelijkheid en dan geloven. Je kunt ook, en dat is niet minder wetenschappelijk, blijven zoeken, alert blijven voor nieuwe aanwijzingen die zich kunnen voordoen, geen definitief besluit nemen, voor of tegen, maar gespitst blijven op nieuwe tekenen die veelzeggend kunnen zijn.
Maria Magdalena was een moedige vrouw, zij was niet bang om er alleen in het donker op uit te gaan. Ook de moderne mens, die wil blijven zoeken naar de waarheid omtrent Jezus van Nazareth heeft er moed voor nodig om zich niet bij de grote massa van niet-gelovigen aan te sluiten, maar een open geest en een open hart te houden voor wat zich kan aandienen. En dat kan verrassend zijn. Maria Magdalena, maar dat staat jammer genoeg niet in de lezing van vandaag, mocht dat ondervinden. Al zoekende kwam zij de tuinman tegen, die meer dan een tuinman bleek te zijn en haar naam kende en door haar aan te spreken zich openbaarde als de verborgen Jezus die zij zo volhardend gezocht had. Zij vond uiteindelijk wat zij zocht.
Iets dergelijks kan zich ook bij ons voordoen. De Schrift kan ons daarbij helpen: begin eens aan de andere kant. Wacht niet om je bij Jezus aan te sluiten totdat je alle bewijzen in handen hebt, maar doe wat het evangelie van Johannes zegt: vertrouw je aan Jezus toe, laat hij de weg van je leven zijn, word een volgeling van hem, laat hij je leermeester zijn. Wat hij belangrijk vindt, laat dat ook voor jou belangrijk zijn. Wees even goed als hij, even vergevingsgezind, een voorvechter van de kleinen en de verdrukten. Als je zo probeert te leven als hij, dan zul je ontdekken dat Hij leeft, dat Hij je nabij is, dat Hij met je meetrekt door je leven, dat je nooit alleen bent maar altijd door hem vergezeld wordt.
De waarheid van de verrijzenis ligt misschien op een ander niveau dan we op het eerste gezicht zouden zeggen, niet buiten ons maar in ons. Het gaat erom dat de levende levend wordt in ons. Dat is pas echt Pasen. Amen

Leave a comment