Preek Pinksteren 2022

HOOGFEEST VAN PINKSTEREN
Zondag, 5 juni 2022

Ben Verberne MSC

SCHRIFTLEZINGEN
Handelingen 2, 1-11
Rom 8, 8-17
Johannes 20, 15-20

OVERWEGING
Vandaag vieren we Pinksteren, feest van inspiratie;
van Gods Geest die heel de schepping vervult.

Toch wordt Pinksteren wel eens onderschat.
Het zou de Assepoester zijn onder de christelijke feesten.
Dat komt, denk ik, omdat de Heilige Geest zo ongrijpbaar is.
• Kerstmis is heel concreet. Dat gaat over een kind dat geboren is en over mensen – herders en koningen – die in dat kind God zelf herkennen.
God die ver weg is komt dan heel dichtbij.
• Pasen wordt al moeilijker, maar toch! We hebben dan juist een doodse winter achter ons en overal ervaren we nieuw leven. Dat opent ons hart voor de boodschap van Pasen: nieuw leven dat de dood overwint.
• Maar Pinksteren… Hoe moet je dat verstaan?

De eerste lezing uit de Handelingen zet ons op het spoor.
De apostelen hebben zich teruggetrokken in een binnenkamer.
Ze houden zich schuil op vertrouwd en veilig terrein.
Het is niet eens zo moeilijk onszelf daar in te herkennen,
want op veel plaatsen doen wij, kerken, precies hetzelfde:
ons timide terugtrekken op veilig en bekend terrein.

En dan gebeurt er plotseling van alles:
er is storm, er is vuur, er klinken vreemde talen en
vanaf dat moment trekken de leerlingen met hun boodschap
de wereld in ‘tot aan de grenzen der aarde’.

Lukas, aan hem wordt de eerste lezing toegeschreven,
zegt dat de komst van Gods Geest plaatsvindt
op het oogstfeest, dat is op de vijftigste dag na Pasen.
Vijftig geeft in de joodse traditie een volheid aan, –
Volheid, maar wel een volheid
waar we naartoe moeten groeien,
want wij mensen zijn als graan:
we hebben tijd nodig om toe te groeien naar de oogst,
• tijd om ons bewust te worden
van de kracht die ons bezielt, de Heilige Geest,
• tijd om tot volheid te groeien
en om met liefdeskracht vervuld de wereld in te gaan.

Dan volgen er nóg twee schriftlezingen:
één volgens Paulus
en het evangelie volgens Johannes.
Allebei spreken ze in een taal vol symbolen
en met een diepe betekenis:
Paulus spreekt over Christus en
over de Geest die in ons woont.
Dat wij dankzij de Heilige Geest God kennen, –
een kennen dat uitgroeit tot liefhebben.
Het evangelie gaat over leven vanuit eenzelfde Logos,

  • “eenzelfde logica” zeggen we wel eens,
    en over binnengaan in de wereld van God,
    dat wij vanuit Gods Geest gaan leven.

En wat is dan de wereld waarin Jezus zelf is toegetreden
en waarnaar ook wij worden uitgenodigd?
Dat is, zegt Paulus, een verbondenheid met God,
God ervaren als Vader die van zijn kinderen houdt.
Het evangelie volgens Johannes beschrijft
dat God’s Geest ons gegeven wordt als een Helper.
Die Helper zal ons alles leren
en ons alles in herinnering brengen (Joh. 14, 26).

Je vraagt je af: wat is dat dan,
dat we een leven lang en steeds opnieuw moeten leren
en dat we kennelijk steeds weer vergeten
en waaraan we steeds herinnerd moeten worden?
Dat is: “alles wat Jezus gedaan heeft en wie hij is”,
want naarmate we dáárvan doordrongen worden,
zullen we het in ons opnemen
en het naar buiten brengen door ons leven.
Zo zal Gods Geest ons en onze wereld veranderen.

Wanneer mensen vandaag spreken over dingen
die er werkelijk toe doen, en helemáál
als het gaat over godsdienst en geloven,
dan heeft ieder al gauw z’n eigen mening.
o Sommigen zeggen: God?
Daar kunnen wij mensen niets van zeggen.
Als God al bestaat, dan gaat Hij ons te boven.
o Anderen zeggen: God, Jahweh, Allah, de Oneindige – het zijn allemaal namen voor de Ene die wij nauwelijks kennen.
o En er zijn ook mensen, vooral christenen, die zeggen:
God is degene die zich aan ons laat kennen,
die ons roept en die ons roepen blíjft:
 als Vader, die ons tot leven wekt
 als Zoon, mensenzoon en Woord door God uitgezegd
 als Geest, – wijsheid, liefde.
o en heel onze wijde wereld: de schepping,
wij mensen met onze talen en talenten,
met mogelijkheden, dromen en verlangens,
samen brengen wij – groots en gebrekkig tegelijk –
God aan het licht
door elkaar het leven mogelijk te maken.

Pinksteren is daarom een feest van stamelen en mompelen,
van spreken in tongen en talen
over dingen die ons te boven gaan:
de Geest van God die in ons woont
en werkzaam is in onze wereld.
Dat dóén mensen al zolang ze bestaan.
Dat heeft tot prachtige teksten geleid:
heilige boeken uit allerlei tradities en godsdiensten.
Als we die heilige boeken vol stameltaal
over God, over mensen en over de schepping
eens met elkaar zouden delen,
zou dat niet één groot Pinksteren zijn?

Want uiteindelijk blijft steeds de vraag:
God, wie is Hij voor ons en … wie zijn wij dan voor elkaar?
Hoe gaan we om met elkaar en met de aarde? –
Dat zijn vragen die met ons meereizen,
ons leven lang en door de tijden heen.

Dat ook deze tijd een tijd mag zijn van rijpen-voor-de-oogst.
Dat de Geest van God ons zal bezielen,
ons zal blijven voortstuwen
en in ons tot leven komen zal.
Dat het zo mag zijn.

Leave a comment