Tweede Pinksterdag: Maria, moeder van de kerk.
Inleiding
Welkom, zusters en broeders: u hier in de kapel, op uw kamer en u die via de livestream thuis met ons meeviert. We zijn hier samen: in de naam van de Vader + en de Zoon en de heilige Geest. Amen. Op deze 2e Pinksterdag vieren we de heilige Maagd Maria, moeder van de kerk: een nieuw feest, door paus Franciscus ingesteld – en onderbouwd door een lange traditie, waarin Maria als Moeder van de kerk wordt aangeroepen. Vele oude iconen en schilderingen tonen Maria, met Pinksteren zittend tussen de apostelen bij het ontvangen van de heilige Geest. De openingstekst verwoordt het zó: “De leerlingen bleven eensgezind volharden in het gebed met Maria, de Moeder van Jezus”. Zij is de jonge gemeenschap blijven inspireren, zoals ze dat de eeuwen door heeft gedaan – ook vandaag! Het geeft een veilig gevoel dat de Moeder van Jezus, de Moeder van God, ook de Moeder van de Kerk, Moeder van ons allen is. Mogen we deze Eucharistieviering openen met een gebed om vergeving: we blijven mensen, die ons niet altijd laten leiden door de heilige Geest. Bidden we daarom schuldbelijdenis 2 in ons boekje… Gebed
God, barmhartige Vader, uw eniggeboren Zoon heeft aan het kruis zijn moeder, de heilige maagd Maria, ook aangesteld tot onze Moeder. Laat uw Kerk door haar liefdevolle medewerking van dag tot dag toenemen in vruchtbaarheid, vreugde vinden in de heiligheid van haar kinderen en alle volkeren opnemen in haar schoot. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon…
Lezingen: Hand. 1,12-14; Joh. 19,25-34.
Gebed over de gaven
Aanvaard, Heer, onze offergaven en maak ze tot sacrament van ons heil. Laat de kracht van dit mysterie in ons het vuur ontsteken van de liefde waarmee de maagd Maria, de moeder van de kerk, was bezield, en ons, samen met haar, nauwer verbinden met het werk van onze verlossing. Door Christus, onze Heer. Prefatie A.M. 1280-1281 Maria, voorbeeld en moeder van de kerk.
Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal. En nu verheerlijken wij U bij deze viering, omwille van de heilige maagd Maria. In haar onbevlekt hart heeft zij uw Woord opgenomen en het in haar maagdelijke schoot mogen ontvangen; haar Schepper heeft zij ter wereld gebracht en in Hem het eerste begin van de kerk met haar zorg omringd. Zij heeft onder het kruis het testament aanvaard van Gods liefde en alle mensen aangenomen als haar kinderen die door de dood van Christus tot het goddelijk leven zijn herboren. Met de leerlingen heeft zij zich in gebed verenigd, toen de apostelen wachtten op de komst van de Beloofde en zo is zij het voorbeeld geworden van de biddende kerk. Verheven tot de hemelse glorie, begeleidt zij met moederlijke liefde de kerk op haar pelgrimstocht en waakt zij vol goedheid over haar voortgang naar het vaderland, totdat het licht aanbreekt van de glorievolle dag des Heren. Daarom met alle engelen en heiligen, loven en aanbidden wij U en zingen vol vreugde:
Communietekst
“Hangend aan het kruis zei Jezus tot de leerling die Hij liefhad: Zie daar uw moeder”. Gebed na de communie Heer, nu wij het onderpand hebben ontvangen van verlossing en eeuwig leven, wenden wij ons biddend tot U: laat uw kerk altijd de moederlijke hulp ondervinden van de heilige maagd Maria om aan alle volken de boodschap van het evangelie te kunnen verkondigen en de gehele wereld te vervullen met de gaven van de heilige Geest. Door Christus onze Heer.
Voorbede Lector: Bidden wij nu, tot God onze Vader die Maria uitverkoren heeft tot Moeder van zijn Zoon en Moeder van de Kerk…
- God, U hebt welwillend neergezien op de geringheid van uw dienstmaagd; zie ook welwillend neer op uw Kerk en laat haar geborgen zijn onder de hoede van moeder Maria … Laat ons zingend bidden.
Allen: Heer, geef ons vrede en vreugde. + God, U hebt ons, uw mensen, Maria tot moeder van de Kerk gegeven. Schenk ons op haar voorspraak eensgezindheid en vreugde, kracht voor al onze zieken en troost voor allen die bedroefd zijn…Laat ons zingend bidden… (Heer, geef ons…) - God, U hebt Maria voor alle schuld bewaard; schenk aan zondaars vergeving en geef aan alle mensen uw vrede… Laat ons zingend bidden… (Heer, geef ons…). + God, U hebt Maria als Moeder aan uw kerk gegeven. Laat uw kerk groeien in geloof, hoop en liefde… Laat ons zingend bidden… (Heer, geef ons vrede en vreugde).
+ God, wij bidden ook voor de intenties, waarvoor ons gebed is gevraagd (zie intenties op apart blad) … God, U hebt moeder Maria met ziel en lichaam ten hemel opgenomen. Geef aan al onze dierbare overledenen uw eeuwige vreugde… Laat ons zingend bidden…(Heer, geef ons vrede en vreugde)
Lector: Barmhartige God, laat ook ons – op voorspraak van Maria – tot de eeuwige vreugde geraken. Daarom zeggen wij ook nú dat eeuwen oude gebed tot Maria: Wees gegroet Maria…
Heilige maagd Maria, beeld en moeder van de Kerk. Tweede Pinksterdag, met de lezingen: Hand. 1,12-14 & Joh. 19,25-34.
Vandaag gedenken wij de goedheid van God, die de Kerk met zo’n grote liefde bemint, dat Hij ons de heilige maagd Maria schonk. Wij als Kerk mogen Maria zien als een profetisch beeld van onze eigen pelgrimstocht op aarde en onze toekomstige heerlijkheid in de hemel. Het Tweede Vaticaans Concilie zegt het zo: “De Kerk bewondert en verheerlijkt in Maria de meest verheven vrucht van de verlossing en beschouwt met vreugde, datgene wat zijzelf verlangt en hoopt te zijn”. (Sacrosanctum Concilium, nr. 103)
Maria toont ons het smetteloos beeld van de volmaakte leerlinge – de zuivere maagd – de trouwe bruid – de bezorgde moeder – en de koningin, die met heerlijkheid is gekroond. Zo is Maria beeld en Moeder van de Kerk. Wij vieren Maria als de moeder “die vruchtbaar werd / door de overschaduwing van de heilige Geest / en die vol zorg is voor het welzijn van alle mensen”, zoals de prefatie het vandaag ook zegt. Maria is Moeder van de Kerk, ”die Maria’s liefde navolgt en de wil van de Vader getrouw volbrengt. De kerk wordt ook zelf moeder door het woord van God met getrouwheid op te nemen: door de prediking en het doopsel immers brengt zij kinderen ter wereld, van de heilige Geest ontvangen en uit God geboren, voor een nieuw en onsterfelijk leven” (Lumen Gentium, nr.64). Zo is Maria óók koningin, die met heerlijkheid is gekroond, die getooid is met de edelstenen van haar deugden / en die voor altijd deelt / in de heerlijkheid van haar Heer, in wie “de Kerk een smetteloos beeld ziet van haar toekomstige heerlijkheid” (offerandegebed en prefatie)
Maria is vanaf haar prilste begin een door God begenadigd mens geweest. = Maria heeft niets uit zichzelf. Dat heeft ze toch ook heel duidelijk uitgedrukt, toen ze zei: “God heeft welwillend neergezien op de geringheid van zijn dienstmaagd. = Maria is ook een schepsel, geschapen door God. Zij is van ons vlees en bloed. Zij heeft ook niets wat zij niet ontvangen heeft .Ook Maria is verlost. Ze is de meest volmaakt verloste. Daarom staat Maria helemaal aan onze kant: zij is iemand van ons. Bij Maria verwijst alles naar Jezus. Daarom vereren we hier Maria ook als Onze Lieve Vrouw van het heilig Hart. = Maria heeft álles ontvangen. God heeft geen schepsel zo rijk verzadigd met hemelse gaven als de moeder van Jezus. Zij is werkelijk vol van genade. Zij is bovenmate gezegend met de gaven van de heilige Geest: vrede, vreugde, zekerheid. Heel haar leven was vervuld van Gods tegenwoordigheid. Het is God die grote dingen aan haar heeft gedaan. = Maria heft alles verder gegeven; zij heeft niets voor zichzelf behouden. Alle heerlijkheid die zij van God ontvangen heeft geeft zij als een echte moeder aan ons, haar kinderen, verder. Zij is zoals de maan die het licht van de zon in zich opneemt en het dan weerkaatst in een zachte straling naar de aarde. = Zo is Maria moeder van de Kerk voor ons een voorbeeld en belofte. Want ook wij hebben niets uit onszelf. Wat hebben wij, dat we niet hebben ontvangen? Ook wij zijn begenadigde mensen. God heeft ook aan ons grote dingen gedaan! Ook wij hebben alles ontvangen van God: ons Doopsel, de gave van de heilige Geest, de Eucharistie als voedsel voor eeuwig leven, de gehele schepping die Hij ons en aan onze naasten heeft toevertrouwd. = Zoals Maria, moeten ook wij alles wat wij ontvangen hebben, verder geven. Niemand leeft voor zichzelf alleen. Elke genade die je ontvangt, is óók ten bate van anderen. = Zo is de moeder van de Kerk ook nú voor ons een teken van hoop. Als wij eerlijk proberen te leven naar het voorbeeld van Maria, dan mogen ook wij eens delen in haar heerlijkheid. Stap voor stap zullen wij in het voetspoor van Maria ook onze eigen voltooiing tegemoet gaan, rekenend op Gods hulp + barmhartigheid.
Tweede Pinksterdag 6 juni 2022.
W.M. Vergouwen m.s.c.